We keren elkaar de rug toe.
Kiezen het hazenpad.
Vloeien. Tussen. Door.
Scheren. Rakelings. Langs.
Spelen. Lokaas.
Vallen. Nooit.
Ten prooi.
In het licht van een blauwe, kwetsbare nacht.
Komt.
De dooi.
We smelten.
Sneller dan snel.
Niet langer hazen, maar pad.
Traag, loom, kwetsbaar.
Plat.
En dat.
Is wat.
We vrezen.
De kikker en de prins.
Zoenen wat liever verborgen blijft.
Die nacht.
Stil en toch snel.
Hard en toch zacht.
Strelen we de rug die we elkaar toekeerden.
Vergeten het razen van de hazen.
En spelen.
Haasje-over.
1 opmerking:
Ontzettend mooi, prachtig om te lezen. merci! xxx
Een reactie posten