zondag 12 december 2010

Precious

“I’m a very cheap date, you know.” Ze zei het zonder verpinken, met licht Franse tongval, terwijl ze schijnbaar achteloos met haar linkerhand zijn achterwerk beet nam.

Etiquette is een overschat goed. Dat had ze helemaal begrepen.

Minstens zo achteloos als de greep van haar hand keek hij haar recht en diep in de ogen.

Ze glimlachte. Even mysterieus als ongenaakbaar

“Wat wil je van me?” Hij vroeg het zacht, haast onverstaanbaar.

“Ik zie je graag”

Hij omhelsde haar lang en innig.

Ze was hem oneindig dierbaar.

dinsdag 30 november 2010

What 'll I do?

“Only mediocrity is safe, zegt Paulo Coelho.” Ze fluisterde het zacht tegen de stugge stoppels van zijn ongeschoren wang.

Hij gromde halfslaperig terug: “Was sich liebt, das neckt sich”. Ook hij was gretig in vreemdspraak tussen de lakens.

“Ben jij dan nooit jaloers?” Ze vroeg het stil, peinzend, vleide haar wang traag tegen zijn bovenarm.

Hij lag dicht tegen haar aan, zijn borst tegen haar rug, het rechterbeen over het hare, zijn arm over haar heen, haar net iets te stevig omklemmend.

Ze hield van zijn houdgreep. Beschermend en bezitterig, met weinig speelruimte.

Hij gromde nogmaals. “Als je iets liefhebt, laat het dan vrij. Komt het terug dan is het van jou.” “Een oud spreekwoord”, mompelde hij er achteraan.

Daar had ze niet van terug.

Ze duwde haar achterwerk uitdagend tegen de hardheid van zijn bestaan, gooide haar hoofd een kwartslag achterom en vroeg met geveinsde, vleiende onderdanigheid: “Geachte Heer Van Dale, mag ik los? Laat u me liefdevol gaan?”

Hij omklemde haar bovenarmen, zoende speels haar voorhoofd. Bleef onvermurwbaar.

“Or you think I’m a tossy you can wind up?” Ze zei het gespeeld kwaad.

“Lust is acuut, My Lady. Liefde is chronisch.”

Ze streelde zijn voelbaar verlangen met de zachte binnenzijde van haar dijen. “Dat klinkt als een bedreiging?” Ze zei het speels autoriteir. “Geacht Heerschap, ik revolteer node tegen uw duurzaamheidsdwang."

Ze wrikte zich los uit zijn houdgreep, nam de bovenhand. Op haar beurt ontegenzeglijk dominant.

Zijn ogen raakten de hare. Hij raakte haar. Onuitgesproken.

“Je bent veilig bij me. Ik doe je geen kwaad”.

Ze streelde zijn slapen.

“Houd je me stevig vast? Het is zo verdomd onduidelijk soms, alsmaar op de tast.”



Geïnspireerd door "Bitterzoet" van Annelies Van Belle, een retro-song van Johnny Mathis (What'll I do?), en Van Dale Woordenboek.

zondag 14 november 2010

Kantelbaar



“We hoeven ons toch niet aan een bepaald script te houden?” klonk het.

Ze zat stilzwijgend naast hem, genoot van het zachte, warme timbre van zijn stem, voelde ingetogen, opgetogen de nabijheid van zijn harde, gespierde bovenbenen.

“Waarom inperken, begrenzen, analyseren, categoriseren, definiëren?” Hij streelde traag de rug van haar hand.

Ze dacht aan het vooruitzicht van vrijheid, vermengd met lichte angst voor verlies van controle.

“Het kan op de rand”, ging hij verder. “Lekker met kant.”

“Of je maakt me vrijblijvend, meedogenloos van kant.”

Ze hield van zijn zelfspot, het had iets speels, uitdagends, avontuurlijks.

“We nemen het zoals het komt”, ging hij door.

“Neem jij me zoals ik kom?” vroeg ze vertwijfeld, en keek schichtig, vragend langs hem heen.

“Jij komt als geen ander”, grinnikte hij speels, en kneep slinks in haar dij.

“Maar ik neem je zoals je komt, ook wanneer je gaat”, vervolgde hij met een vleug van weemoed.

Ze zoende hem zacht in de nek. Haar weerstand was zinloos.

“Sta je aan m’n kant?” fluisterde ze.

Hij gaf een zoen op haar mond.

Ze zweeg.

Voortaan leek niets meer kant en klaar. Of zonneklaar.

Enkel kwetsbaar, fragiel, kantelbaar.

Oneindig.

Dierbaar.

zaterdag 6 november 2010

Op slag kwetsbaar

Met stevige armslag draaide hij haar een kwartslag.

"Je bent mooi. Kwetsbaar"

De stilte viel als een zachte deken over hen heen. Buiten waaide een gure herfstwind geelgouden bladeren van de bomen.

Hij ging door de knieën, stroopte traag haar zwartkanten slip naar omlaag, drukte z'n beide handen op de volheid van haar bips en gleed met z'n tong langs de blanke binnenzijde van haar dijen, om langzaam te eindigen in de vochtig warme streek van haar schoot.

Ze kraaide van genot. Haar handen graaiden liefdevol, gretig door zijn haren.

"Ik wil in je zijn", klonk het, en hij keerde haar opnieuw een kwartslag. Met een vanzelfsprekende dominantie die haar woordeloos deed volgen.

In een oogopslag vonden ze elkaar in de omwenteling, kwamen thuis in een mengeling van verlegenheid, liefdevolle overgave en binnenpret.

"Je zou me toch verkrachten?" vroeg ze speels.

Maar hij begroef zich in haar hals. Vergat het rollenspel.

Ze liet hem begaan. Helemaal gaan. Kwart en kwetsbaar van slag. Aangedaan.

vrijdag 5 november 2010

Grand

Met surrealistisch zicht
op snel
weg
had hij haar liefdevol
om
singeld.
Groots, van gewapend beton
vleide zijn hand zich zacht in haar schoot.
Woordeloos het verhaal.
Kwetsbaar, eenvoudig
en zonder omhaal.

woensdag 3 november 2010

Hoe intercultureel zijn onze media?

Allerheiligen, allerzielen, allerboeken. Een jaarlijks terugkerend triumviraat. Voer voor een letterveelvraat. Morgen staat het boekenpaleis in Antwerpen met stip in m'n agenda. Extra gelegenheid en stimulans van dienst: een debat, naar aanleiding van twee recente publicaties van sterke dames. Katleen De Ridder bracht bij Lannoo Campus het bijzonder sterke en onderbouwde "De witte media. Of waarom 'allochtonen' altijd slecht nieuws zijn." uit. Katleen geeft cijfers, talloze cases én voorziet haar betoog van recente wetenschappelijke literatuur zonder dat het hoogdravend of ontoegankelijk wordt. Een voltreffer. Nadia Dala bracht "Intercultureel communiceren. Wie durft?" uit. Een praktisch, hands-on boek met cases en duidelijke spelregels voor de nieuwsbrenger en journalist in spe. Waar het eerste duidelijk van de hand is van een beleidsmaker, is het tweede het tastbare resultaat van een reportagemaakster en journaliste. Beide werken vullen elkaar perfect aan. Het debat belooft een mooie synergie.

zondag 24 oktober 2010

ParkeerGarage 5.0 surround



Deze blogpost is opgedragen aan een verborgen liefde voor parkeergarages. En aan twee trouwe lezers en vrienden die het intens betreurden dat dit blog lange tijd onbesproken en onbeschreven bleef.

Het concept is lumineus. In Nieuwegein wordt een nieuw gemeentehuis gebouwd, een complex dat winkels, een bibliotheek en een kunstencentrum moet gaan herbergen. Onder het gebouw is een zeer grote parkeergarage gepland. Aan de Poolse kunstenaar Jaroslaw Flicinski is gevraagd om de wanden van deze ruimte vorm te geven met een lichtkunstwerk dat niet alleen als lichtbron, maar ook als markering van de overgang van het parkeer- naar het voetgangersgebied moet dienen. Bovendien moeten de lichtwanden de bezoeker helpen bij het oriënteren in de parkeergarage. Spinvis kreeg het verzoek om, geïnspireerd op Flicinski’s ontwerp, een muziek/geluidswerk te maken dat permanent in de garage te horen zal zijn.

Samen met muziekdiva Geike Arnaert, verzorgde Spinvis de filmscore van de adembenemende film ADEM. Spinvis plant in de parkeergarage door het gebruik van 5 verschillende lagen de muziek te laten bewegen in de ruimte.

Op die manier kun je een cello laten horen in de achterste zone, waarna een tweede cello in de volgende zone wordt toegevoegd. Als alle lagen zijn gevuld, en de muziek als het ware naar je is toegespoeld, wordt de cello in de achterste zone vervangen door bijvoorbeeld zingende kinderen of een klokkenspel. Eén voor één worden de zones daarmee weer opgevuld tot de hele garage is gevuld met kinderstemmen. Dan start er in de achterste zone weer een nieuw instrument. Zo gaat het door. De bezoeker is altijd getuige van een constant bewegend en veranderend geluidsdecor.

Je zou voor minder even symfonisch willen parkeren.

PS. Download Dorleac, het nieuwe album van Spinvis en beluister Entourage. In een parkeergarage. Enjoy.

zaterdag 28 augustus 2010

Een lege plek om te blijven

Ze stonden dicht tegen elkaar aan, z’n gespierde armen nonchalant losjes over de reling, z’n blik guitig, ontspannen, liefdevol bezorgd om haar ogen vol tranen. De Schelde stroomde weids in hun blikveld, een vrachtboot nam de bocht, voorbijrijdende fietsers genoten van het uitzicht.

“Wist je dat het debiet van de Schelde vrij beperkt is, in vergelijking met andere Europese rivieren?” zei hij schalks, in een poging de vloedgolf van verdriet in haar ogen tegen te gaan.

Banale weetjes, verdriet-vergeetjes, praatjes vol gaatjes. Opbeurende, luchtige, lieve ledigheid.

“Het lijkt hier wel Titanic”, antwoordde ze, in een tegemoetkoming de hevige stortvloed met pret te bedwingen. “Zal ik straks met m’n armen wijd over de reling heen hangen?”

“Zag je de modder daar beneden? Zal ik je daar met windkracht 10 in keilen?” klonk het plagend terug. “Ik ben immers sterker dan Leonardo, heviger dan DiCaprio, en ijzingwekkend stoer”, en gekscherend klapte hij haar lichtjes op het achterwerk. “Wist je trouwens dat slechts een heel klein deel van een drijvende ijsberg boven het water ligt? Het grootste deel ligt onder water."

Ze knikte meewarig, drukte opgelucht een zoen op z’n wang.

“En ben ik dan net even onverhoopt tegen je aangebotst? Schuift daarom m’n orkest naar de rand van de reling, ziedend het ijskoude water in?” ging ze zacht glimlachend verder.

“Ik ben bezorgd om je, maar durf het niet te tonen”, klonk het toen stil.

Ze wandelden voorbij een fietsknooppunt, een zondagsterras, een menigte uitgelaten zestigers met veel te felle fluohesjes op veel te dure fietsen, pauzeerden bij een bank.

“Wie beweegt, komt aan. Ik stel doelen, geef richting aan m’n koers, ga verder”, vervolgde hij.

“Ik zal je missen”, was haar antwoord.

Zacht wuivend riet vulde de stilte.

“Zeg dat niet”, klonk het nog stiller.

“Je kent m’n schaduwzijde, jou liet ik dichterbij komen. Je inspireert me, ontroert me, raakt me.”

Hij keek haar zacht aan, hoorde een echo van onuitgesproken vermoedens.

De stilte werd stiller dan stil, een antwoord bleef achterwege.

Zacht raakte ze met haar vingertoppen zijn gebruinde bovenbenen aan, omhelsde hem, zoende hem zacht in de nek, stond op, en verdween in de meander van de rivier.
"Ik heb van alles geprobeerd om beslissingen te nemen in het leven. Vanuit mijn emoties, vanuit mijn verstand, vanuit mijn ego. Op de een of andere manier waren dat geen bevredigende beslissingen. Emoties zijn bijvoorbeeld een slechte raadgever omdat ze me een onrustig gevoel geven. Als mijn ego of mijn verstand kiezen, worden dat vaak opportunistische keuzes. Die zien bepaalde zaken waar ik geen zin in heb als een investering of een manier om aandacht te krijgen. Maar die innerlijke stem, mijn hart, zegt vaak iets helemaal anders. Het is een vorm van zacht, innerlijk, rustig weten. Als ik dat niet volg, loopt alles in het honderd. Doe ik dat wel, dan blijkt het telkens weer de juiste beslissing. Omdiat ik die keuze met bezieling maak. En als ik niet bezield ben, raak ik de ander ook niet."

Fleur Van Groningen in De Morgen, Wax van zaterdag 28 augustus 2010.

dinsdag 17 augustus 2010

Awaken to the silence of the sun

Op een regenachtige herfstavond in augustus, wanneer je zou willen dat de zon nog brandend hard je gedachten aanvuurt, is het haardvuur aansteken een zalig tegendraadse remedie. Terwijl kranten en restanten van een plankenvloer laaiend in vlammen opgaan, flaneer je door het aanbod van itunes, muziek als een bonte lappendeken op je knie. En zo beland je bij een onbekende, onverwachte schitterende parel: 'Gem', van Matthew Dear, een track uit het recente album Black City. BBC Music Review omschrijft Matthew Dear als een "tech-pop polymath" en over Gem klinkt het lovend: "Gem unfolds like the aural equivalent of time-lapse photography. And throughout there is an attention to detail, to little tics and tricks in the mix, that make this a treat for listeners who still wear headphones. But mostly it’s music for defunct – or, rather, Defunkt – nightclubs."

Een pijnlijk en tegelijk ook teder meeslepend nummer. Enjoy.

Oh I love these days into one, awaken to the silence of the sun, who can I talk to today, why am I still the same?

woensdag 11 augustus 2010

With love, from Brindisi airport.

De koffers vielen één na één met een doffe klap op de transportband. Drummend, licht bezweet en opgejaagd verdrongen handen, kortgerokte benen en reikhalzende ogen zich rond de langzaam bewegende, zwarte, plastic rups.

Er woekert een hardnekkig misverstand bij kenners, filosofen én bij leken dat schrijven bewaren betekent. Een reusachtige opslagkamer van herinneringen, beelden, memoires. Maar het is net andersom. Literatuur is loslaten. Schrijven is verdrijven. Waar je over schrijft gaat pas dan en juist daardoor voorbij.

Met woorden, bedacht Helga, zou ze het gemis en de voortdurende gedachte aan hem verdrijven. Alle mooie herinneringen en pijnlijke momenten in een zin-volle, gesloten koffer stoppen en langzaam in de bocht bij band 4 laten verdwijnen. Tot grijpgrage handen hem zouden oppakken, de woorden één voor één uitpakken, een nieuw leven inblazen en haar verlicht, verlucht achterlaten.

Na een jaar van oprechte affectie, hevige passie, wederzijds welbehagen en intimiteit had ze in alle liefde gebroken met de man die ze voor alle liefde van de wereld nooit had willen loslaten. Dus reisde ze van lieverlee de wereld rond. Op zoek naar rust en troost. Dit keer was ze op weg naar een tijdelijk paradijs van afzondering, zon en onbekommerd schrijven. Een plek waar ze zich niet kon verliezen in de afleidingen die ze in haar thuisland zo zelden kon weerstaan.

Hij was haar grootste afleiding geweest. Haar onweerstaanbare verleiding. Dit moest ze eigenlijk met rode letters tikken. Ze bezweek er telkens voor. Voor de nadruk van zijn begerige blik. Verzot op plagen en geplaagd worden.

Met een kop koffie op een terras, lui achterover in de zon, zou ze genieten van een hagedissenleven. Dat stond vast. Maar terwijl de koffers langzaam voorbij gleden en de transportband gedwee en monotoon verder ratelde wou ze niets liever dan hem naast haar. Samen in de zon naar de stroom van voorbijgangers kijken. Elkaar zo nu en dan kussen. Hem zacht strelen aan de binnenkant van zijn polsen. Gekscheren als kwajongens van veertien. Achteraf in de zwoele schaduw van hun bed elkaar beminnen als de grootste.

Het was verrukkelijk door hem genomen te worden. Zijn vanzelfsprekende superioriteit. Haar complete overgave. In bed vond ze het prettig de baas over hem te zijn. Te zien en te horen hoe hij kreunde, te voelen hoe hij vol overgave, ongecontroleerd schokte van opwinding. Dan was ze als de overwinnaar die een heel sterk dier kapot had gekregen. Gelukkig nooit helemaal. Wanneer hij haar op zijn beurt liefdevol klein kreeg huilde ze, ontroerd, ontdaan. Achteraf vleide ze zich begeerlijk in de rust van zijn armen, helemaal de zijne.

Op een dag was het huilen steeds sterker geworden. Kwam het ook wanneer hij er niet meer was. Werd de angst om hem te verliezen zo pijnlijk dat het haar uit haar slaap hield. Toen stond Helga voor het dilemma waar iedere geliefde vroeg of laat voor staat. Sprakeloos was ze ervan geworden. Verstomd. Verlamd. Niet langer passie, maar een impasse. Haar bagage was vertraagd.

Niet alles wat de werkelijkheid ophoest is de moeite van het vastleggen waard, had ze gemeend, en dus bewaarde ze lange tijd het stilzwijgen, verbeet de pijn. “Faire l’amour, c’est faire le mal”, zei Baudelaire. Veel van iemand houden doet pijn. Ook dit moest ze met rode letters tikken.

Maar nu liet de werkelijkheid zich niet langer het zwijgen opleggen. Wat was geweest won de bovenhand, nam haar onderhands.

In de bocht van band 4.

woensdag 21 juli 2010

In de fleur van haar leven

Geachte Mijnheer Van Den Borre,

Ik wil een vent. Graag met akte van vertrouwen.

Liever geen ventiel. Lief, aardig maar wat schriel.

Doe maar een ventilator. Krachtig. Met af en toe wat gemor.

Nu eens hard, dan weer zacht. Soms met de wind mee, dan weer tegen.

Ik ben heel fervent. Wat denkt u, heeft u iets dat me verwent?

zondag 11 juli 2010

Dimlicht

Met gespreide benen ging ze over hem heen zitten. De korte jeansrok plooide omhoog. Ze begroef haar gezicht diep in zijn hals en kreunde zacht.

“Flirt”, dacht hij, “hoer”. Maar ja, hij hield wel van een beetje respons.

“Ik wil niet met je vrijen”, zei hij droogjes en duwde haar voorzichtig van zich af.

Ze liet zich niet eenvoudig uitschakelen, knoopte traag zijn broek open.

“Nee, ik wil het niet”, herhaalde hij, en stond resoluut op.

De lederen riem die haar rok sierde bleef haken aan zijn broeksriem. Een weerhaak, weerstand tegen hun ontbinding.

Hij zag dat ze schrok, maar ze verborg haar angst. Ze kende de kunst om de eer aan zichzelf te houden, stond op, trok haar rok in de plooi, ging koffie zetten.

Haar afkerige rug ademde teleurstelling. Hij zocht houvast in het beantwoorden van mail, nam onverschillig een telefoontje aan.

Plots beende ze met snelle passen zijn richting uit, haar gejaagdheid als een poging om te ontsnappen uit het heilloze nu. Ze ging wijdbeens voor hem staan en gebaarde hevig en vlijmscherp: “Maak dat je wegkomt.” Een slotrede van verborgen kwetsuur.

De totale machteloze woede is een komisch gezicht. Even bedacht hij haar aan het lachen te brengen, zoals altijd. “Dimmen” zou hij met pretoogjes en groteske gebaren zeggen. Ze zou het uitproesten. Opnieuw gevoel voor proportie krijgen. Als altijd.

Maar haar radeloosheid was besmettelijk. Hij knoopte met gebogen hoofd zijn veters dicht, vroeg nog heel even “Ben je zeker dat dit is wat je wil?” en trok toen de deur achter zich dicht.

Ook hij kende de kunst om de eer aan zichzelf te houden. Liet zich niet zonder meer uitschakelen, had geen geduld voor geduld.

Onderweg naar huis verfoeide hij zijn redeneerzucht. Maar wat graag zou hij zich overgeven aan al haar seizoenen, aan al haar zoenen. Als onderdeel van een raadselachtig geheel.

Maar de deur was dicht. Hij reed huiswaarts. Met zacht, droevig dimlicht.

woensdag 30 juni 2010

Bui

Beste onweer,

Liever bezweerde ik je turbulentie met voorspelbaarheid. Maar waarom spelen op veilig als oversteken spannend is?

Ik wil nog helemaal niet sereen zijn, traag gaan of stilstaan. Met volle teugen, mag het, ja? Geen compromissen. En ook niet vissen. Geduldig wachten tot de dobber zinkt.

Ik wil wat je noemt niet stuk te krijgen zijn. Een stuk. Laaiend van uitslaand geluk. Vernieuwend. Een knappe griet. Fantastisch, onklopbaar, gewoon geweldig.

Halloooo, bui van Deboosere, je hoort me wel. Waai over. Als de bliksem.

En verdomme snel.

maandag 21 juni 2010

Coïtus interruptus

Veel minnaressen lijken niet geschapen voor een uitgestippeld leven. Ze worden aanzien als lastige, raadselachtige, vaak ietwat wispelturige vrouwen, en staan met verwondering te kijken naar hun seksegenoten die er wel in slagen zich te voegen naar het gestructureerde gezinsleven. Het lijkt wel of ze geen talent hebben voor het compromis: nog liever blijven ze alleen dan hun meanderende gevoelens aan banden te leggen. Huiselijkheid heeft geen uitstaans met hun heftigheid.

Het klinkt romantisch and avontuurlijk, maar er spreekt ook een zekere tristesse uit hun escapisme. Veel minnaressen blijken een zekere dualiteit te herbergen: achter hun masker van eigengereidheid en superioriteit schuilt kwetsbaarheid, en een drang naar zelfverzaking. Het zou volgens psychologen te maken hebben met een gebrek aan vaderliefde in de jeugdjaren: vrouwen die door hun vader erg waren geliefd, lijken minder geneigd om op relatievlak de complicaties op te zoeken. Vrouwen die de vaderlijke aandacth moesten ontberen daarentegen, hebben het gevoel dat ze de liefde moeten verdienen, dat liefde niet bestaat als ze niet gepaard gaat met pijn. Stabiel geluk zegt hen weinig. Ze lijken gedoemd levenslang het spel van afstoten en aantrekken te herhalen, en putten hun levenskracht uit de intensiteit van hun pieken, en hun dalen. Mede door hun erg veranderlijke emoties, oefenen ze zo'n aantrekkingskracht uit op mannen. Wat veranderlijk is, is ongrijpbaar, en dus is de bekoring des te groter. En de kwetsbaarheid in hun ogen is de kers op de taart: het maakt de lokroep van de sirene voor veel mannen onafwendbaar.

Die lokroep uit zich in zijn subliemste vorm op seksueel vlak. Minnaressen zouden meer dan voorbeeldig, gehuwde eega's op een diep niveau met seks zijn verbonden. Ze belichamen het zinnelijke in de vrouw, wat in schril contrast staat met het betrouwbare en koesterende van 'moeder de vrouw'. In een doorsnee dagelijkse partnerrelatie vinden minnaressen niet genoeg voedsel voor hun seksuele gevoeligheid.

Uit: 'De coming out van de buitenvrouw' van Rafaela. In De Morgen Wax van zaterdag 19juni 2010.

maandag 17 mei 2010

Ghent Jazz

Ah de zomer. Uitkijken naar het moment dat ie er is, het verlangen naar tijd, vrije tijd, kortom vrijheid, gebeurt met een zachte, diepe, onhoorbare zucht over mijn schrijftafel.

Hoog op mijn verlanglijstje staat: Ghent Jazz (7 tot 18 juli)

Van dit stukje Gilberto Gil krijg ik het zwoel. En van deze strijkvolle voltreffer van The Cinematic Orchestra word ik warm. Dat belooft.

Nu nog twee maanden streepjes (ver)tellen.

maandag 3 mei 2010

Ongerijmd

Soms was jij de moestuin en ik het onkruid. Dan moesten we elkaar weerstaan en wieden. Was jij onweerstaanbaar. En vond ik dat wel wieddes.

Een andere keer zou je me verkrachten, verscheuren, verslinden. Dan was ik bimbo en jij bold and beautiful. Ik moest te pletter. Lekker spetter.

En later was jij sportcommentator, m'n lenige lijf de snelle beelden. Meters, kilometers, wimpels, vlaggen, volgwagens. Toen was het nog feest, hield je van mij het meest.

Eén keer was het bed te klein, dat voelde veilig. Gewoon fijn. Voor eeuwig zou jij voortaan m'n Goliath zijn.

Later heb ik gehuild, was het feest welletjes geweest.

Zo was er eens. Een kort festijn. Van samen zijn.

Met jammer genoeg. Geen refrein.

vrijdag 30 april 2010

Schrap me


Dimitri Antonissen is een schrijver die enkel schrapt. Geen enkel woord in deze bundel is van hemzelf. Overdag is hij, als chef nieuws bij Het Laatste Nieuws, bezig de krant te vullen. ’s Avonds pakt hij echter zijn zwarte stift om de poëzie uit de artikelen te redden. Schrap me is het resultaat van anderhalf jaar wegstrepen van overtollige woorden. Wat overblijft zijn charmante, grappige en bijtijds ontroerende gedichten. Een must-have.

donderdag 29 april 2010

Zin in een schrijfgroep?

Schrijven is een heel solitaire oefening, zeker zonder het gegarandeerde publiek. Een schrijfgroep met wederzijdse inspiratie, feedback op je werk en ruimte voor dialoog kan dit op een leuke manier verhelpen.

Met enkele gegadigden willen we hier graag werk van maken. Het zou de bedoeling zijn om maandelijks of tweemaandelijks samen te komen in een café(-zaaltje) in Gent of naderhand eventueel om beurten bij de leden thuis. Wisselende locaties kunnen zorgen voor inspiratie. Vooraf spreken we enkele thema’s af (iedereen kan voorstellen doen) en de datum van onze volgende bijeenkomst. Elk lid kiest er één (of meer) thema(‘s) uit waarrond hij of zij een tekst schrijft. Het genre en de lengte zijn onbelangrijk: essay, poëzie, proza, het maakt niet uit. Ten laatste één week voor onze volgende zitting sturen we onze teksten ter inzage door naar alle andere leden of posten we ze op het gemeenschappelijke blog van de schrijfgroep. Op de bijeenkomst zelf worden dan alle teksten gezamenlijk besproken. Aan het eind worden weer nieuwe thema’s voorgedragen enzovoort.

Uiteraard zijn andere formules mogelijk. In andere schrijfgroepen wordt vaak tijdens bijeenkomsten zelf geïmproviseerd en geschreven. Het bovenstaande is dus slechts een voorstel en uiteraard bespreekbaar. In elk geval, een schrijfgroep is stimulerend. Je werkt gemotiveerd – wetende dat je gelezen zal worden en dat iedereen zich engageert om feedback te geven – en je krijgt ook steeds commentaar, nu eens negatief, een andere keer positief maar altijd opbouwend.

Het is niet de bedoeling zo ambitieus te zijn dat we naar de volgende Nobel literatuur willen werken noch dat onze bijeenkomsten ordinaire drankgelagen worden. Het moet iets tussenin zijn: een intellectueel stimulerende en sociaal prettige activiteit en wie weet heeft één van ons talent om iets te publiceren en kunnen de anderen daarbij helpen.

We voorzien een eerste, verkennende bijeenkomst op zondag 6 juni 2010, om 19.00. Voor alle info, neem gerust contact op.

maandag 26 april 2010

Vrijblijvend

“Je kan altijd naar me toekomen.”

Ze had het zacht, haast onhoorbaar gezegd. Zo zacht dat het leek alsof haar lippen enkel onverstaanbaar hadden gefluisterd, en er kans was dat hij, even onoplettend, niet had geluisterd.

“Je kan blijven en nadien zien we wel hoe het loopt”, was ze aarzelend, verlegen, verder gegaan.

Ze had het idee al die tijd verdrongen, koesterde een knagende zorg dat nauwe verbondenheid beklemmend was. Alsof een voortdurend samenzijn haar doof zou maken. Ze wilde de echo’s in haar hoofd blijven horen. Alleen dicht bij zichzelf, geloofde ze, vermeed ze om niet te luisteren waarnaar ze hoorde te luisteren.

De verbondenheid die ze met hem had gevoeld was zo intens en overweldigend dat ze bij momenten naar adem had willen happen. Wanneer ze hapte zoende hij terug, gingen ze kopje onder, en zwommen nadien in een zee van oneindig, warm samenzijn, waaraan telkens een abrupt einde werd gemaakt door het nakende, gedwongen afscheid.

Toen ze de woorden voorzichtig had uitgesproken, zag ze woede oplichten in zijn ogen. Heel even wou ze onderduiken, vluchten, rennen, wenste ze hard dat ze niets gezegd had, hoopte ze dat haar woorden uitwisbaar waren en ze gewoon door konden doen alsof ze helemaal nergens hoefden te komen.

"Zeg dat niet", was zijn ingehouden antwoord. "Dat maakt het te moeilijk", klonk het pijnlijke vervolg.

De woede kwam door angst en zijn angst was verlies van realiteit.

Ze draaide zich op haar rug, stapte uit bed, zweeg.

Alle hoop op vrij, blijvend samenzijn vloeide tergend traag in het badwater waarmee ze zich nadien samen afspoelden.

Hij kwam niet, nooit meer.

En zonder hem in de buurt was het beklemmend stil.

donderdag 22 april 2010

Mastery through surrender

In Liquid Love beschrijft de Poolse socioloog Zygmunt Bauman hoe mensen vandaag de dag gevangen zitten tussen hun verlangen naar geborgenheid en de angst te betrokken bij iemand te raken. De verplichtingen die een relatie met zich meebrengt beperken ons in onze vrijheid, de vrijheid die we nodig hebben om onze opties open te houden voor, jawel, een eventuele nieuwe en betere relatie. Het boek is een pageturner. Adembenemend poëtisch, filosofisch en bij momenten pijnlijk accuraat en herkenbaar. Eén van de vele doortastende passages in het boek filosofeert over de verhouding tussen desire and love:

"Desire and love. Siblings. Sometimes born as twins; never, though, as identical (single egg) twins. Desire is the wish to consume. To imbibe, devour, ingest and digest – annihilate. Desire needs no other prompt but the presence of alterity. That presence is always and already an affront and a humiliation. Desire is the urge to avenge the affront and avert the humiliation. It is a compulsion to close the gap to alterity, as it beckons and repels, as it seduces by the promise of the unexplored and irritates by its evasive, stubborn otherness. Desire is an impulse to strip alterity of its otherness; thereby, to disempower. From the tasting, exploring, familiarising and domesticating, alterity would emerge with the sting of temptation pulled out and broken. If it survives the treatment, that is. The odds are, though, that in the process its undigested remnants will have fallen from the realm of consumables to that of waste.

Consumables attract; waste repels. After desire comes waste disposal. It is, it seems, the squeezing of alienness out of alterity and the dumping of the desiccated carapace that congeal into the joy of satisfaction, bound to dissipate as soon as the job is done. In its essence, desire is an urge of destruction. And, though but obliquely, the urge of self-destruction: desire is contaminated, from its birth, by the death wish. This is, though, its closely guarded secret; guarded mostly from itself.

Love is, on the other hand, the wish to care, and to preserve the object of the care. A centrifugal impulse, unlike centripetal desire. An impulse to expand, to go beyond, to stretch to what is ‘out there’. To ingest, absorb and assimilate the subject in the object, not vice versa as in the case of desire. Love is about adding to the world – each addition being the living trace of the loving self; in love, the self is, bit by bit, transplanted onto the world. The loving self expands through giving itself away to the loved object. Love is about self’s survival-through-self’s-alterity. And so love means an urge to protect, to feed, to shelter; also to caress, cosset and pamper, or to jealously guard, fence off, incarcerate. Love means being-in-service, standing-in-disposition, awaiting command – but it may also mean expropriation and seizing of responsibility. Mastery through surrender; sacrifice rebounding as aggrandisement. Love is a Siamese twin of power greed; neither would survive the separation.

If desire wants to consume, love wants to possess. While the fulfillment of desire is coterminous with the annihilation of its object - love grows with its acquisitions and is fulfilled in their durability. If desire is self-destructive, love is self-perpetuating.

Like desire, love is a threat to its object. Desire destroys its object, destroying itself in the process; the protective net which love weaves caringly around its object love enslaves its object. Love takes captive and puts the apprehended in custody; it makes an arrest, for the prisoner's protection.

Desire and love act at cross-purposes. Love is a net cast on eternity, desire is a stratagem to be spared the chores of net weaving. True to their nature, love would strive to perpetuate the desire. Desire, on the other hand, would shun love's shackles."

maandag 19 april 2010

Late Night Tales: "Arousal can be a normal part of the grief proces."



Late night tales. Music and stories worth staying up for. Da's het minste wat je kan zeggen van dit Britse initiatief dat DJ's en artiesten van diverse pluimage hun favoriete muziek laat samenbrengen. De laatste editie werd samengesteld door The Cinematic Orchestra. Een wervelende collage, verrassend van het eerste tot het laatste moment. Nu eens ontroerend, dan weer upbeat, of retro. Met Nick Drake's Three Hours ben je heel even uren ver hier vandaan. En, gewoontegetrouw bij elke Late Night Tales CD, een verhaal aan het eind: het hilarische The Happy Detective part 3, door Will Self: droog, ironisch en oh zo grappig. Enjoy.

Tracklist:
1. Flying Lotus - Anties Harp
2. Nick Drake - Three Hours
3. Eddie Gale - The Rain
4. Terry Callier - You're Gonna Miss Your Candyman
5. The Freedom Sounds Feat Wayne Henderson - Behold The Day
6. DJ Food - Living Beats
7. Shuggie Otis - Aht Uh Mi Hed
8. Thom Yorke - Black Swan
9. The Cinematic Orchestra - Restaurant
10. Steve Reich - Electric Counterpoint
11. Bjork - Joga
12. Imogen Heap - Cumulus
13. St Germain - Rose Rouge
14. Songstress - Sea Line Woman
15. Sebastian Tellier - La Ritournelle
16. Burial - Dog Shelter
17. Burt Bacharach - South American Getaway
18. The Cinematic Orchestra Feat. Fontella Bass - Talking About Freedom (Exclusive Cover Version)
19. Will Self - The Happy Detective Part 3

zondag 18 april 2010

Voortvluchtig

De luchthaven vulde zich met gestrande reizigers. Alles lag plat. Passagiers staarden bedremmeld, reikhalzend naar het aankondigingbord. ‘Canceled’ stond er achter alle vluchtnummers.

Hij was die ochtend vroeg vertrokken, had in alle stilte z’n koffer gepakt en de deur zacht achter zich dicht getrokken. Leugens bewaren kost een hoop energie, het vrat aan hem, hij hield het niet meer. Ergens had hij gelezen dat voor een piloot de aarde er gelukzalig uit ziet. Boven het wolkendek geen glimp van ongelukkige vaders, moeders en kinderen. Dat betekende dat als hij maar genoeg afstand nam zelfs zijn eigen familie zou opgaan in zoetsappige onschuld. Hij moest afstand nemen. In ruimte, maar beslist ook in tijd.

Een lieftallige baliebediende duwde hem een kaartje in de hand, met daarop een telefoonnummer. “Bel dit nummer”, zei ze, “maar ik ben niet zeker dat er zal worden opgenomen”. Hij was in de war. De sluiting van het luchtruim gooide roet in zijn plan. Hoop op onmiddellijk vertrek was er niet. Dus dronk hij koffie uit een kartonnen beker, en vergat beteuterd suiker en melk.

Hij had ze verraden en achtergelaten. Bevond zich op drijfzand. Dreef stuurloos, richtingloos op onzekerheid.

Een gigantische aswolk, het resultaat van de vulkaan Eyjafjallajökull had het Europese luchtruim lam gelegd. Duizenden, miljoenen oncontroleerbare asdeeltjes riepen het luchtverkeer een halt toe. Vuur van het binnenste van de aarde veegde alle drang tot vliegen en vluchten van de kaart. Hoogte-en snelheidsmeters riskeerden door de deeltjes ontregeld te worden, waardoor de piloten volledig het zicht zouden verliezen op hun koers en snelheid.

Hij wou niet langer zelf z’n koers bepalen, maar stranden. Thuiskomen bij iemand die net als hij een buitenstaander was, een lastig en complex mens. Waar het geen éénrichtingsverkeer was, maar bewogen en bevlogen. Soms met verminderde zichtbaarheid maar altijd gedreven door vuur.

Een helle omroepstem dwong hem tot actie. “Hoelang de hinder blijft duren, kunnen we niet voorspellen. Zeker tot zes uur vanavond vertrekt of landt geen enkel vliegtuig.” Toen stond hij resoluut op, wandelde naar de Avis balie en vroeg een huurwagen. Vluchten kon niet meer. Vuur van het binnenste van de aarde bepaalde voortaan zijn koers. Zijn snelheidsmeter ging de lucht in, zijn hoogtemeter sloeg tilt, zijn motor sputterde tegen. Maar landen zou hij. Op de begane grond, doorgrond, doordacht. Niet langer op de tast, maar vast, verbonden, en verrast.

vrijdag 16 april 2010

fa-taal spreek jij mijn horizon-taal

Niets symboliseert de vrijheid van een ongedwongen dag meer dan een boterhammetje met aardbeienjam. Met de zoete, trage smaak van rode vruchten op de lippen telde Caro aan de ongebreidelde horizon van de witte Ikea ontbijttafel precies 67 manieren om de dag door te komen. Een flinke portie zelfoverschatting is nodig voor levensgeluk en ze fantaseerde zichzelf als femme fatale in het ochtendgloren. Met blonde haren die hel oplichten in het ochtendrood, een volle boezem die zich fataal en ontegensprekelijk laat gelden, en als kers op haar fatale fantasie: volle kuiten die met een eindeloze welving boven rode hoge hakken rijzen. Met een volrode grijns op de lippen balanceerde ze tussen toegankelijkheid en onbereikbaarheid. Zo lag de dag aan haar voeten.

Resoluut, zoals alleen een daadkrachtige, bloedschone vrouw zich laat gelden nam ze mobiel in de aanslag om deze bij voorbaat unieke dag in te zetten en tikte 5 letters op het klavier:

“u okay?”

Het vraagteken liet alle opties open en voorzag de letterboodschap van milde vrijblijvendheid.

Razend snel en met de slagkracht van hartstocht bliepte het antwoord haar display binnen.

“Asi, asi. U?”

In de verte klonk het geluid van een transistorradio. Caro liet alle verzet tegen het storende geluid varen en peilde naar haar fatale, innerlijke stilte. Ze antwoordde:

“Vrij en wild van jou.”

Toen ging het snel.

“Hoe kan ik je temmen?”

En zonder nadenken, tikte ze terug: “Als je mij temt, zullen we elkaar nodig hebben. Dan word jij voor mij de enige ter wereld. En ik word voor jou de enige ter wereld.”

“Maar hoe dan?” reageerde de display ongeduldig.

“Treat me bad and I run. Hurt me and I cry. Caress me gently and I will never let go of you.”

Waarna een diepe tijdloze stilte viel die smaakte naar aardbeienjam en grote gulzige, geduldige belofte.

dinsdag 2 maart 2010

I must be a looney

Ze is een kruisbestuiving tussen Parijs en Berlijn, en brengt bizarre, eenvoudige maar ontwapenende songs. Freschard's muziek was tot voor kort niet verkrijgbaar in het commerciële circuit. Maar het Amsterdamse label Conky bracht haar album Click Click (2006) uit op vinyl. I must be a looney, brengt je op weemoedige manier aan het lachen. Bij Future Vintage Radio vind je dan weer een zalige mix van haar werk. Enjoy.

Dubbel geparkeerd

Het was begonnen op een vroege ochtend in het neonlicht van een ondergrondse parkeergarage. Hun wagens stonden broederlijk, zonder aandrijving of kracht, maar in stilte wachtend tot ze er samen vandoor konden, naast elkaar geparkeerd. Hij had er met een knipoog op gewezen.

Dat hij de voorzichtige toenadering van hard metaal had gestuurd, was deel van zijn onweerstaanbare offensief.

Hij had haar omhelsd en meteen weer losgelaten. Als om het onheil af te wenden. Toen had hij het portier van z’n snelle wagen opengeklapt, en was er als een pijl vandoor gereden.

Meteen was ze in haar auto gestapt, en van ondergronds naar bovengronds gesneld, happend naar adem. Ze reed in zijn kielzog, volgzaam.

Net voor de snelweg zich vertakte en ze elk een andere richting zouden uitgaan rinkelde haar mobiel. “Hier ga ik ervandoor, oké?” “Ja, da’s oké”, had ze enkel licht laaiend kunnen uitbrengen en daar was het gesprek gestopt. Ze was rechtuit gegaan, niet linksaf geslaan. En van dan af het spoor bijster geraakt.

Later had ze hem van alle kanten leren kennen: zijn aanvallen van angst en zorgen, de euforie, die hem soms uit het niets ontviel, de woede wanneer hij het anders wou, ook de zachte melancholie, waarbij hij in zichzelf leek te verdwijnen en haar met een vervlogen blik aankeek, alsof hij zich alleen maar diep in haar wou verbergen en nooit meer loslaten.

Toen het voorbij was vroeg ze zich af wat haar bezield had. Of de vluchtigheid van het avontuur haar had ingehaald en de snelheidsmeter zomaar in het rode was gegaan, zonder doel, zonder zin. Maar ze wist dat hij haar ziel had geraakt.

Toen had ze het achterportier van haar wagen geopend, en was op zoek gegaan. Naar een denkbeeldige koffer.

Dat was het dan. Het was afgelopen.

Hel neonlicht viel door het raam. Een overdaad aan beton leek grauw en grijs nooit te willen vergaan.

Ze bleef nog even stilstaan. Om dan. Heel voorzichtig. Opnieuw door te gaan.

woensdag 24 februari 2010

Muslima#4

Alleen op reis naar Jordanië met twee meterhoge schatten van kinderen. Da’s als een blinde op stap met een geleidehond. Iedereen voelt zich geroepen om je te helpen oversteken, en allemaal aaien ze maar wat graag over de bol van je twee kleine verkenners. Na m’n beschroomd verhaal over een vervelende voedselallergie verlaat een chef-kok de façade van z’n buffet, en vraagt met binnenpret: “That means you can hardly eat anything, you’ll have to eat me?!” Nee, lekker stuk, ik ben niet toe aan een grote oversteek, en haast me lachend weg. De koetsier in het hemelse Petra spant de kroon. Terwijl we de doortocht maken door een adembenemende Siq, vraagt hij zonder omweg, mét een fikse zweepslag op z’n paard: “Where is your husband?”, vertelt er in één adem achteraan dat ie 3 zonen, 3 dochters, drie vrouwen, 2 huizen, 2 auto’s en 5 paarden heeft. En. Dat voor een moslim 4 vrouwen perfect is. “I wanna make you special price”, klinkt het nog. Maar ik stap lachend door. Blind en op de tast. Waar is dat spoor?

woensdag 10 februari 2010

Stillness is the move

Aanrader: een muziekmix om zacht, stil, te vallen. Een mengeling van melancholisch moois, zachtzoete soul en lekkerlichte discodeuntjes. Gratis downloadable bij de Nederlandse radiozender Future Vintage.

zondag 7 februari 2010

Spunk


Spunk. For the les bi gay minded and friends. Zo titelde de slogan. Tot de laatste categorie behoort ondertekende. Maar categorieën waren niet aan de orde deze avond. Alles kon, in een ongedwongen, uitgelaten sfeer. De muziek een volledige voltreffer, dankzij DJ Sam De Bruyn van Stubru én de overheerlijk ogende, passionele dj-draaibewegingen van DJ Maalik, resident DJ @ Tijuana. If you dance, dance, dance: it feels like romance.

woensdag 3 februari 2010

Ich bin ein Berghainer


Soms, heel toevallig, waan je je in een film. En als de realiteit even tegenzit, voelt dat lekker. Zo bracht ik afgelopen weekend een onwezenlijke nacht door in Berghain, een heuse technotempel, ondergebracht in een oud pakhuis. Over de Duitse grenzen heen berucht om zijn dj's, darkrooms en drugs. De voormalige warmtecentrale houdt hardcore clubbers op de dansvloer tot het ontbijt, of later. Pas na middernacht stroomt het hier vol. We beat the queue, lieten ons fouilleren en dan: voluit amuseren.Topless gay guys, gorgeous straight girls, alles kan, ongedwongen, harmonieus. Geen geweld, alleen liefde. Resident DJ Shed bracht er afgelopen zaterdag nacht 'Cathedral House'. Whatever that may be, het voelde machtig indrukwekkend, temidden van de hoge muren, de rode lichten, stroboscooplampen en 1500techno-liefhebbers. Tot het vroege ochtenduur. En nadien voelde het leven even heel puur.

Berghain, Am Wriezener Bahnhof, 10243 Berlin

PS. With a big thank you to F. for this extraordinary, absolutely one of a kind experience.

woensdag 13 januari 2010

Not strong enough

Verdriet is geen eenduidige emotie. Soms slaat ze om in woede, dan weer katapulteert ze je in een depressieve diepte, om je dan weer met tranen stilzoet te maken. Voor de zoekende, rusteloze, verdrietige of voor wie simpelweg houdt van intiem muziekmoois: twee jazz-albums die ik recent ontdekte krijgen de status toebedeeld van rustbrengers in tijden van radeloosheid. Comfort food in times of trouble.

Eerst en vooral het al wat oudere Piano Works (2004) van Craig Armstrong, beter gekend voor zijn weergaloze soundtracks. Zo schreef hij onder meer de muziek voor Baz Luhrmanns Romeo + Juliet en diens volgende productie Moulin Rouge. Zoals de naam al doet vermoeden is Piano Works een pure pianoplaat. Sit back and enjoy.

De tweede aanrader komt van Duitse bodem. Upgraded in Gothenburg van de piepjonge broers Wasserfuhr. Opgenomen in Zweden mét Zweeds talent. Not strong enough met de stem van Ida Sand, is een eenvoudige, weemoedige parel.

dinsdag 12 januari 2010

Relationeel taalgebruik

Een relatie wordt indexicaal genoemd, wanneer een teken gekoppeld is aan iets dat werkelijk bestaat op grond van aangrenzendheid. Teken en gegeven zijn elkaar nabij. Simpel gesteld: waar rook is, is vuur.

In het spannende speelveld van de liefde speelt indexicaliteit, en de poging tot correcte interpretatie ervan, een doorslaggevende rol. De inschatting van onze interactiepartner, aka het Gegeerde, Indrukwekkende, Geheel Onweerstaanbare LiefdesObject, kortweg GIGOLO, het giswerk naar zijn/haar relationele intenties is een puzzel die nu eens erg onthullend lijkt, dan weer tragisch onheilspellend blijkt. De grote tekenzoektocht. Staat stilzwijgen voor ontroering? Of duidt het op verveling? Is woede een uiting van frustratie? Of veeleer van gemis? Of is het machteloosheid?

Genoeg abstract, theoretisch geraadsel. Een voorbeeld kan boekdelen spreken.

Voor de voor Eeuwig Verliefde Ander, kortweg EVA, is een onbeantwoord bericht onmiskenbaar teken-en toonaangevend voor afwijzing. Aanhoudend onbeantwoorde communicatie tekent de contouren van een vermoedelijke gedragslijn: GIGOLO goes roll-o’.

Et alors EVA s'en va.

Waarop.

De Geheel Onweerstaanbare zich, Geheel Ontdaan, conformeert. Voortaan verbergt hij zich. Zelfbeschermend. Achter het vermijdend gedrag dat hem ontlokt werd.

Een negatieve spiraalbeweging komt op gang. Positieve condoomdynamiek blijft uit.

Een jammerlijk zich zelf vervullende voorspelling.

Een dreigend einde van een mooi getekend verhaal.

Waar rook was, is niet langer vuur.

En dan. Zowaar. Tranen als index. Helemaal puur.

donderdag 7 januari 2010

Houvast

Steevast houden ze elkaar gegijzeld.

Hij houdt haar
in een houd
greep,
houdt van haar.

Zij laat hem
niet los,
houdt hem daar
waar

hij brandend scherp
vuur
vat.

Laaiend
gaan ze
tegen
de vlakte.

Als bezeten
bezeerd
tegen beter weten

niet in staat
elkaar
voor
goed

te vergeten.