woensdag 27 augustus 2008

Zoekertje

Vrouw met grip zkt man
met graat
om
genegen en genadeloos
vragen,
twijfels
en grijpgrage gedachten
magie-straal
te verguizen.

maandag 25 augustus 2008

Groot, gul en geil

Er vloeien heel wat woorden in deze post-olympische dagen. Letters verzilveren triomfen en vergulden mislukkingen. Temidden van de hoge frequentie aan foto’s en verslagen van een triomfantelijke Tia viel er de afgelopen dagen ook veel beschouwelijks te lezen. In De Morgen van vandaag schrijft Bernard Dewulf poëtisch over gulle en gierige lichamen. Over hoe het allemaal met overschot heeft te maken. Met vrijgevigheid. Dewulf lauwert het breed omvademend mannenlichaam. Of vrij vertaald: hij heeft het graag groot. Zoals wel vaker bij Dewulfs bespiegelingen kon ik enkel bedenken hoe ontroerend mooi dit uit een mannenmond klonk. Heel wat explicieter ging het er aan toe bij columnist Matthew Syed. Nietsverhullend vertelt de columnist en ex-olympisch tafeltennisser in The Times van 22 augustus 2008 over de vrijgevigheid van lichamen in het Olympisch dorp na de Spelen. Voor toppresterende sprinters, hoogspringers, zwemmers, basketballers, turners en ander sportief toptalent is de olympische after-party top of the bill: stevig, voluit én met overschot van bil gaan. De column omvat bovendien een poging tot wetenschappelijke verklaring van al dit overschot aan lijfelijkheid: volgens een rapport in het tijdschrift Personality and Individual differences verdubbelt de hoeveelheid zaadcellen van een man als hij vaak van huis is. Om het even sloganesk te vertalen: Fly your seed. Double your speed. Manlief (mag) moet vaker op reis. Fly SN, KLM, wham, bang, jam. Of nog anders gezegd: je hoeft geen topatleet te zijn om het ver te brengen.

zondag 24 augustus 2008

Still wet after all these years

Still wet after all these years
álles is tweeledig, brulde hij
heerszuchtig, en kuste o.a.
haar monden.

je hebt alweer
gelijk, suste ze,
een smalend blikje

in zijn kruis, dat
algauw een berispende
vinger opstak.

door Tom Lanoye,
gepubliceerd in De Standaard van 22 augustus 2008, ter gelegenheid van de 50e verjaardag van de schrijver.

woensdag 20 augustus 2008

Het stigma van de stilte

Nu schijnt het meest aandoenlijke beeld in een restaurant de aanblik van een zwijgend paar te zijn. Bij de zwijgende koppels die regelmatig in mijn restaurant komen eten, heeft Henry de gewoonte om wat langer aan hun tafeltje te staan, als een mediator die twee kampen weer aan de praat moet krijgen. Ik heb de afgelopen twintig jaar duizenden stille stellen gezien, vaak oudere echtparen die elkaar na jaren juwelijk niets meer hebben te vertellen. Niet dat ze per se ongelukkig zijn, maar alles wat ze in hun leven mogelijk hadden kunnen bespreken, hebben ze besproken. Eventjes maken ze een paar opmerkingen over de al dan niet fraaie inrichting van het restaurant, vluchtig nemen ze de menukaart door, kort vragen ze elkaar of een gerecht bevalt- en dat is hun conversatie. Geen zichzelf serieus nemende stand up comedian die niet de draak met deze paren heeft gestoken, en toch ben ik erachter gekomen dat het stigma niet hoeft te kloppen. Jij en ik zaten ook stil, naar elkaar te kijken, niet omdat we waren uitgepraat, maar omdat zwijgen een uiting van genegenheid kan zijn. Met vrijwel iedereen die we ontmoeten, van schoonmaakster tot beste vriend, worden we geacht oonophoudelijk in gesprek te blijven, te praten, ouwehoeren, babbelen, roddelen, vergaderen, behalve met degene bij wie we ons werkelijk vertrouwd voelen. Zwijgen tegen elkaar in het bijzijn van de buitenwereld is een teken van wederzijdse genegenheid: wij zwijgen, wij horen bij elkaar.

Uit "Troost" van Ronald Giphart, p. 157-158

Eindstand

Ze zei: "Ik hou van je," dat zei ze. We aten samen die krakeling. Ik zei: "Mooie, lieve Nadine, hoe prettig het ook was, voor zo'n ultieme bezegeling is wel wat meer nodig dan één liefdesnacht." Ze zei: "Nee, ik weet het gewoon, ik hou echt van je." Ik zei: "Nadine, don't be the loose end of a one night stand."

Uit: "Ik ook van jou" van Ronald Giphart, p. 147

maandag 18 augustus 2008

Haan kleef aan

"Kind, een haan kan geen vrede nemen met alle dagen dezelfde juffer, maar moet kunnen verdelen en heersen. Dat is hetzelfde als een man, maar dan met pluimen aan, ge moet dat verstaan. Die heeft voortdurend last van zware gedachten en moet zich fysiek kunnen uitputten om deze te verbannen. In het kiekendom moet ge toch kunnen rekenen op 12 madammen voor één man."

Uit: "Een man voor Claudette", column van Dimitri Verhulst in De Morgen van 12 juli 2008.