vrijdag 26 december 2008

Van oud naar nieuw

Het is de overgang, de mengeling van oud en nieuw. De onvolbrachte voornemens, de verre verwachtingen die zich opnieuw opdringen. Gemengd met de duisternis van eindejaar. De poging tot knetterend vuurwerk dat niet veel verder komt dan een luide knal. De champagne die rijkelijk vloeit, samen met een stilzwijgend besef van jaren die voorbijglijden, in elkaar vloeien zonder opmerkelijk veel verandering. Het is de melancholie van een einde dat nadert, een afscheid en de nakende stilte van het onbekende.

In het onduidbare gemis en de leegte die me deze dagen overvielen, zocht ik heil in muziek. En vond het in een prachtige remix: I get a kick out of you (Verve Remixed, Vol. 4). Een rake overgang, een trefzekere mengeling van oud en nieuw. De diepe, trage, treurige stem van Ella Fitzgerald, eigentijds, verrassend en respectvol vormgegeven door The Cinematic Orchestra. En oh, wat blijft de vinyl lekker kraken.

I get no kick from champagne
Mere alcohol doesnt thrill me at all
So tell me why should it be true
That I get a kick out of you

Some get a kick from cocaine
I'm sure that if I took even one sniff
It would bore me terrifically too
But I get a kick out of you

I get a kick every time I see you standing there before me
I get a kick though it's clear to me, you obviously don't adore me

I get no kick in a plane
Flying too high with some guy in the sky
Is my idea of nothing to do
Yet I get a kick out of you

Morgen vertrek ik. In a plane, off to Spain. Benieuwd of het de treurige melancholie verjaagt.

Aan alle vrienden: ik neem jullie mee, van oud naar nieuw. Dat blijft onveranderd zo.

woensdag 24 december 2008

Kerstverhaal

Tijd: Kerstavond 1987, tijd om te gaan slapen.

Personen: Reza (vrolijk en ontvankelijk); Ronald (koortserig, in bed, alleen in boxershort).

Plaats: Reza's kamer bij mw. Van de Bergshol, die zelf bij haar familie verblijft. Geen kerstboom, wel veel kaarsjes.

Thema: Gelukzalige verliefdheid in voor-en tegenspoed en de onvermijdelijke lichamelijkheden.

Motto: Minnen, wat is minne dan? Minne sal een lieflic schijn, tusschen vreemden luden sijn (Dirc Potter)


'Jij een gewonde Nederlandse soldaat in het oerwoud (achtergelaten door zijn maten), en ik een verdwaald Indonesisch meisje, ' zegt Reza en ze speelt dat ze me ziet liggen en dat ze daarvan schrikt. Ik kreun en zucht, en dat is niet gespeeld. Reza komt langzaam dichterbij.

'Wees niet bang voor me, meisje. Ik zal je niets doen.'

'Jij bent een moordenaar,' zegt Reza met een afgemeten, Indonesisch accent.

'Nee, meisje, echt niet, ik ben gewond, dat speel ik toch niet? Wil je me niet helpen?'

'Als ik bij je kom, ga je me verkrachten.'

'Nee, heus niet...'

(wil ze dat?)

'...ik heb veel pijn, kom eens hier.'

Indonesische Reza komt schichtig naar me toe en bekijkt mijn wonden. Ik verkracht haar niet. Ik scheur met één hand en m'n tanden een stuk van m'n denkbeeldige legerhemd af en ik vraag of ze dat ergens wil natmaken, zodat ik er mijn verwonding mee kan deppen. Indonesische Reza rent naar de keuken, ze laat de kraan stromen en ze rent weer terug.

'Adoe ja, ben je beschoten of zo?' vraagt ze, terwijl ze het vuil uit m'n wonden probeert te vegen.

'Ja, auw!'

'Sorry.'

'Geeft niet. Hoe heet je eigenlijk, meisje?'

'Reza.'

'Mooie naam. Goed Reza,' zeg ik, als de de doek om m'n arm heeft geknoopt, 'zou jij voor mij een sigaret kunnen pakken? Ze zitten in m'n broekzak.'

Indonesische Reza steekt haar hand onder het dekbed en ze graait in mijn schaamstreek op zoek naar een denkbeeldig pakje sigaretten. Als ze het pakje gevonden heeft, haalt ze er met één hand een sigaret uit en houdt die voor mijn lippen. Van tafel pakt ze een pakje lucifers en strijkt er een af, een echte. Ik inhaleer de lucht tussen mijn wijs-en middelvinger en bekijk Indonesische Reza.

'Hoe oud ben je, Reza?'

'Ik ben bijna dertien....Kijk mijn borstjes beginnnen al te groeien,' zegt ze, en ze trekt haar cacaobruine T-shirt op om het te staven. Aanstalten om ook haar uit bamboevezels gevlochten rokje op te trekken maakt ze niet. Wat is ze mooi, mijn Indonesische Reza, in dit kaarslicht. Kaarslicht.

'Bij ons is het nu Kerstmis, ' zeg ik, 'vieren jullie hier ook Kerstmis?'

'Kerstmies?'

'De geboorte van Christus.'

'Chriestus?'

'Jezus! Het feest van zijn geboorte. Ehm. Geslachte kalkoenen, kribbetjes, Maria en Jozef, mistletoes, kerstbomen. Kerstbomen, hebben jullie hier geen kerstbomen?'

'Adoe nee.'

Ondanks mijn verwondingen sleep ik me van het Ikeabed en ga met Indonesische Reza voor een boompje staan.

'Dan gaan we een kerstboom optuigen!' zeg ik, 'hier een boom, maar het is wel een naaldboom, dus pas op: hij prikt.'

Ik sta achter haar en met mijn armen stuur ik de bewegingen van haar armen.

'Eerst moeten we er wat slingers omheen doen, ja zo ja, ehmm, dan draaien we een lichtsnoer in de takken, goed zo, leuk hé, en pak nu zo langzamerhand maar de ballen.'

'Ja, mag ik de ballen pakken?' zegt ze opgelaten, terwijl ze zich naar me toe draait.

'De ballen en het vogeltje, Reza.'

Even laat ik haar haar gang gaan.

'En tot besluit: de piek!'

'De piek! De piek!'roept ze hard, met beide handen pakt ze de piek en zet hem op de kroon.

'En helemaal klaar maken we de boom.' zeg ik, 'door er een laagje witte sneeuw overheen te spuiten.'

'O ja, leuk!' schreeuwt Indonesische Reza, maar in haar enthousiasme komt ze iets te dicht bij de boom, stom zeg, en had ik haar niet gewaarschuwd: hij prikt inderdaad.


Uit Ik ook van jou van Ronald Giphart. Uitgeverij Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, 2007: p. 41-43.

zondag 21 december 2008

Mannen van 2008

"Man van 2008". Een titel met ambitie. Met ironie ook. Wanneer de kaarten in het spel anders liggen is men plots man af. En blijkt hoe relatief macht, status en titels zijn. Jo Vandeurzen, die premier Leterme uitriep tot "de man van het jaar", nam als eerste afscheid van zijn kopman. Met hem kwam een kwakkel kabinet tot stilstand. De "man van 2008" heeft gefaald, en voorspelbaar was zijn nedergang.

De Morgen Magazine kopt een andere "man van 2008", en brengt een ontroerende foto-reportage van Barack Backstage. Een man met charisma, uitstraling, liefde en doorzettingsvermogen. Met alles wat Leterme, klein en burgerlijk, nooit zal hebben. De reportage van Callie Shell, onafhankelijk fotografe voor Time Magazine, is indringend, respectvol en met zin voor humor, net als de Obama's zelve. Hun huwelijksfoto, die naar eigen zeggen op hun schouw prijkt, los van alle traditionele praalplaatjes die op die dag genomen zijn, is zalig onconventioneel, eerlijk, liefdevol en vol zin voor het leven.

Als man van 2008, word je ge-merchandised, dus is de foto nu ook verkrijgbaar als mouse-pad. Als man van 2008 wordt je ego, en meteen ook je eega, door de handen van miljoenen browsers gestreeld. Iets zegt me dat het ego van Obama daar tegen bestand is. Het is de manier waarop hij naar de camera kijkt, en er meteen volledig los van staat. Dit is een man die je niet dwingt om naar hem te kijken, maar waar je van nature graag naar kijkt.

Bij deze ben ik opgelucht niet langer te hoeven kijken naar het grauwe, wantrouwige, vermoeide gezicht van een kleine, Vlaamse regeringsleider.

donderdag 18 december 2008

Stories untold, unfold.

Elke seconde waren zijn
gedachten
bij haar, met
haar, voor
haar.

Dat was haar verhaal. Zo dacht, bedacht ze het graag.

Hij verloor geen seconde, dacht niet, bedacht niet, was sneller dan snel, ging na afloop aan de haal, dat was zijn verhaal. Zand erover. Zand loper.

Eén seconde onbedacht, ondoordacht,
kruisten ze elkaar.

Een kus,
een korte verbinding,
een parallel
en diagonaal
gespannen
verwachtingen.

Een uitgelezen kortverhaal,
in de vlucht van een seconde.

woensdag 10 december 2008

The scissorhands of science

Etymology tells us that decide shares a root with excise, incise, concise and scissors. The common theme is cutting: decision-making implies cutting off options.

Coincidence or not, from an etymological perspective, science is akin to scissors, scythe, and schism, all with the idea of cutting: science is about breaking ideas down into their complex parts, ferreting out critical detail.

All decisions require some degree of bravery. So. Following an argument of logical deduction: science is a wildly heroic effort.

Amazing, transparent, cruising around campus in a Bat mobile. Watch them shortcut: scientists are the cut-est.

maandag 8 december 2008

Calling sweet names

Kate Breck: What do you call it?

Hallam Foe: What? My… my willy. You?

Kate Breck: My pussy.

Hallam Foe: My todger.

Kate Breck: My minge.

Hallam Foe: My schlong.

Kate Breck: My hole.

Hallam Foe: My stick.

Kate Breck: My gash.

Hallam Foe: My bat.

Kate Breck: My muff.


Dialoog uit Hallam Foe van David Mackenzie (2007). Met dank aan apeloeh.

zaterdag 6 december 2008

Sint bestaat niet

"De mama van Robbe heeft toegegeven dat zij het doet". Twee grote ogen staren naar de gloednieuwe ferrari-puzzel bij de schouw. Hier kan ik niet meer terug. Vanaf dit punt wordt zwijgen flagrant bedrog. Dus neem ik 'm op schoot en vertel de grote waarheid. Het wordt stil, een dikke traan rolt over z'n wangen en samen puzzelen we het verdriet weg. Hij kijkt op, zoekt mijn blik en zegt: "Mama is de allerliefste sint", en ik krijg een dikke knuffel toe. "Je wordt groot", denk ik stil, "Ondanks de leugen blijf je me trouw, en, oef, voortaan hoef ik niet meer door die schouw."

PS. Now that we're down to breaking the illusion, watch this: of hoe sint bijna komt én bedrogen uitkomt.

woensdag 3 december 2008

Lettersoep

Ik heb twee gulzige lettervreters. Kiekeboe, Smurfenstrips, Geronimo Stilton, de sportpagina in de krant, alles verslinden ze. Onlangs waren ze op een andere, speelse manier creatief met het alfabet: Lettersoep, een animatiefilm van de lagere graad van de tekenacademie in Overmere brengt soepletters beeld voor beeld tot leven. De soundtrack werd gecomponeerd en gespeeld door de hele klas, een heus orkest van zelfgemaakte instrumenten, 2 violen (dochterlief), een gitaar en een speelgoedpiano (met hevige hand bediend door zoonlief). Met dank aan twee inspirerende leerkrachten, Jan en Isabel.

Bull's eye

Wanneer er gevuurd wordt, gaat hij niet liggen.

Hij richt, mikt, doelgericht. Draait zich om, loopt doodgemoedereerd weg, schouderophalend, glimlachend.

He’s a cow-boy, hitting the bull’s eye.

Wanneer haar vuur oplaait, zet hij z’n hoed wat schuiner, schudt meewarig het hoofd en wandelt weg.

Traag, glimlachend, kijkt hij om, wordt geraakt door de bliksem van haar weerlicht, en smelt.

Geschrokken veert hij recht, mikt, doelgericht.

Tot ze zwicht.

En dooft het vuur waarin hij zou branden.

maandag 1 december 2008

Martens goes Torfs

Vaginaal of clitoraal? Martens gaf antwoord. Hij sprak de taal. Van de burger. Openlijk, bevrijd. Onverwacht in Nooit Gedacht. Vrij van angst voor smet. Of, veeleer, liefdevol besmet?

Ik heb het uit tweede hand, was geen getuige van de openbaring van de voormalige eerste burger van het land. Maar het weze duidelijk: Martens’ verhaal over de tongzoen en ander onfatsoen gaat over de tongen. Peter Vandermeersch, hoofdredacteur van de Standaard, is ongenuanceerd, gedecideerd: een gefrustreerde vent (27 november 2008). Een lezer ziet het omgekeerd. Voor haar is het interview “openhartig, sereen, aangrijpend”.

Ik heb het niet begrepen op de manier waarop professor kerkelijk recht Torfs in een donkere kelder zijn gasten met een geniepige, gluiperige blik aanspoort tot openhartige ontboezemingen. Over mijn orgasme krijgt hij geen woord los, dat staat vast. Voor mij geen sprake van sereen, ik krijg meteen het speen. “Anaal, rectaal, vaginaal of clitoraal?” “Professor”, luidt mijn antwoord, “u spreekt niet mijn taal.” “Uw kelder ruikt naar sm, uw blik draagt sporen van de zweep. En hier, alsjeblieft, een dweil: u bent wansmakelijk mediamachtsgeil.”

vrijdag 28 november 2008

Reality rehab

Ik betrap mezelf op virtueel wachten.

Klik op Facebook, lees 12 foto-vrienden, veer verwachtingsvol op bij een e-mail die spam blijkt te zijn, en luister reikhalzend naar de deurbel van de buurman.

Ik wil virtueel bezoek.

Maar het blijft zoek.

Dus.

Snel, sluit ik af, aarzel niet bij de heropstart-toets, stap buiten, laat het achter, blijf niet langer een wachter.

Ik wil ver van virtueel, reëel.

Met een lach die sterker is dan een smiley, een verhaal dat om meer vraagt dan de troost van You Tube, een geschenk dat opent met een strik, niet met een dubbelklik.

Ik ga voor virtuele afkick.

dinsdag 25 november 2008

Mellow

Met het puntje van haar tong traag likken over de zoete, harde, breekbare chocolade tussen haar duim en middelvinger, grijpgraag, uitdagend, lekker. Het laagje haast onhoorbaar laten kraken, om dan zacht te landen in zoete, smeltende zaligheid.

Een Marshmallow was de beloning voor een kleverige, zeperige, afwas die schuurde, té lang duurde. Langzaam likte Hanne nog even met de tong langs haar lippen en dacht aan zijn zoete woorden die nacht. Hoe ze onhoorbaar zacht gekraakt was onder zijn warme, grijpgrage handen, hoe ze met natte lippen was gesmolten, hoe hij haar lekkerder likte dan chocolade.

Boven de afwas bedacht ze hoe onaf het was, hoe ze gewild had dat de nacht had kunnen blijven duren, hoe ze wou dat hij achter haar kwam staan, met een ruk het lint van de keukenschort zou lostrekken, zijn handen rond haar achterwerk vouwen, vol drift de Dreft omgooien, haar naar zich toedraaien, en het suikerige schuim van haar lippen zoenen.

Toen ze de handdoek opvouwde, de laatste resten van de vaat opborg, keek Hanne schuin om naar de klok in de hoek boven de vitrinekast. Het was half acht. Een droom kon geen 24 uur duren. Zou ze het wagen? Gejaagd, angstig gooide ze een snelle blik op de display van haar mobiele telefoon, vluchtig. Opnieuw geen inkomende berichten.

Hanne stond vastberaden op, draaide aan de kraan, liet het water volop, hard stromen en hield de telefoon onder de warme waterstraal. Ze weigerde te geloven dat het niet meer zou zijn, dat het af was, gedaan was. Tranen liepen over haar wangen. Hanne likte langzaam, en proefde hoe zoet zich vermengde met zout.

So she was no longer mellow, but sad and filled with sorrow.

maandag 24 november 2008

Vorst Vriest Nationaal met Roisin Murphy

Your data, my data. The chromosomes match. Roisin Murphy in Vorst Nationaal gisteren was an instant match indeed. Haar charisma was electrifying en deed het urenlange fileleed langs ondergesneeuwde snelwegen met een overpowering klap verdwijnen. De grafische, kleurrijke projecties, de steeds wisselende, onvoorspelbare kostuums en hoeden, stijlvol en boordevol spel en parodie, de beats, de zuivere, sterke stem, het sex-appeal: this was a grand lady to watch. If you're a lyrical soul bound to get carried away: het concert werd op film vastgelegd, om na te genieten, in remembrance of a super-snow-show.

donderdag 20 november 2008

Kiespijn

Kiespijn (de) pijn bij de keuze tussen twee gelijkwaardige alternatieven. Meestal gebruikt in de liefde.

Uit de novelle Gala van Ronald Giphart

Als verlamd zat Mona uit het raam te staren. Wanneer de deur van de bar traag openging en bezoekers lachend en beladen met boodschappentassen binnenstroomden, kwam een bijtend koude wind haar tegemoet. Mona rilde. Haar schouders voelden stram en gespannen. Pijn is als een gevangenis. Het sluit op, houdt je vast, gijzelt je, met strakke, voortdurende, nooit aflatende spanning. Mona had kiespijn. Of was het verliespijn? Pijn om wat ze kon verliezen? Of onkiespijn? Schaamte en schuldgevoel om een gespleten, onzuivere, onjuiste drang naar meer?

Verkleumd, verscheurd, omklemde Mona een derde koffiekop en snoepte traag van een Mignonnette zonder de bitterzoete chocolade te proeven. Haar zintuigen weigerden dienst. Bij pijn ging Mona over tot zelfbescherming. Geen huilende, kwetsbare, tedere toevlucht tot een ander, maar vlucht. Ze schermde zich af, werd defensief, ging lopen, rennen, bang om verder gekwetst te worden. En doorgaans was niemand gek genoeg om haar achterna te lopen. Dus bleef ze alleen achter, in een pijnlijk, stram bastion. In een banale bar. Met een Mignonnette die ze niet kon proeven.

Zo meteen zou Mona de bar uitstappen, door de ijzige kou naar huis wandelen, haar kaken op elkaar klemmen en de kies, die onkies, verbijten. Traag zou een traan over haar wang glijden, haar sluimerende verdriet bevriezen in de barre kou, en geen warme bries die de kies wegblies.

maandag 17 november 2008

Yin, Yang, bang

"Elke machthebber -godsdienstig of niet - vreest lichamelijkheid. Waarom? Omdat mannen en vrouwen twee energetische polen zijn, Yin en Yang. Als Yin en Yang een ware éénheid vormen zijn ze onoverwinnelijk. Yin is niet beter dan Yang, noch omgekeerd. Er komt pas electriciteit uit de stekker als de positieve en negatieve pool samenwerken. En hoe groter het spanningsverschil tussen man en vrouw, hoe groter de stroom als ze verbonden worden. Dat is de vrees van de onderdrukkers: dat spanningsveld vol dynamiek en energie. Machthebbers willen brave, gehoorzame aanhangers. Machthebbers willen de ander klein kijgen of klein houden. Daarom willen ze vaak met zo'n gedrevenheid -en soms op ingrijpende wijze - de vrouwelijke schoonheid (lees: haar vormen) beteugelen. "

Han Karavani in Genieten van Oktober 2008, p. 21

donderdag 13 november 2008

A journey is not a trip.

Afgelopen weekend bracht ik in Londen door, in het professionele gezelschap van collega's en gedreven door een pleidooi voor procesgerichte, linguïstische benadering van het nieuws. Nieuws is meer dan een kant-en-klaar afgeleverd tekstproduct, nieuwsmaken is een complex communicatief proces met een gelaagdheid aan factoren die het proces sturen, aandrijven, omkeren. En die gelaagdheid willen we aan de hand van een etnografische, taalsensitieve benadering bestuderen. Een linguïstische lofbetuiging op lasagne dus.

Aan het eind van de trip beland ik bij wijze van verstrooing en in afwachting van de trein huiswaarts in een retro, vintage, second-hand boetiek op Notting Hill Gate, een winkel volgepropt met kledij van allerlei pluimage. Zo ook zeldzame veerdracht van bekende merknamen. In één van de rekken hangt een jas, van Luis Vuitton. Tiens, een jas? En geen tas? Ik bekijk de rariteit, toon de vondst even aan mijn gezelschap, stoot onmiskenbaar op een njet en hang het terug in de rekken. Maar het patroon van Vuitton zet zich vast in mijn geest. Ik stap de winkel uit zonder aanwinsten, haast me naar de Eurostar-terminal en voel langzaam hoe dit bewogen, intensieve weekend met pied-de-poule poten krabt, kraait en me niet loslaat.

Alles stond in het teken van proces. Alles liep, evolueerde, vloeide en vervloeide in elkaar en controle bleek hooguit een illusie. Wat hoop op aanloop leek, bleek afloop, plezier vermengde zich met pijn, voldoening over kennis en wetenschap met het nietige besef van onmacht en kwetsbaarheid.

Als bij toeval, stuit ik vandaag opnieuw op Luis Vuitton. Bij het beoordelen van studentenopdrachten beland ik bij hun recente, prachtige, integere reklame. De boodschap is postmodern en etnografisch, "A journey is not a trip. It's not a vacation. It's a process. A discovery. It's a process of self-discovery." Aan het eind komt, heel wazig, een pied-de-poule patroon in beeld.

Vaag maar stilaan duidelijk dringt het patroon tot me door: Pleasure is more-ness. Pain may be less-ness. But no process is painless.

En met die dure reklameboodschap beslis ik om mijn rusteloze, vermoeide, nieuwsgierige, immer zoekende zelf te laten zijn. Kunst is om je te laten verrassen, verwonderen, verbazen. Telkens weer, ook al doet het soms zeer.

zaterdag 8 november 2008

Met de wind mee

"Wat scheelt er?", vroeg ze zacht. "Je klinkt opgejaagd, neemt de tijd niet om te eten, holt van PC naar mobiel, je kan de slaap niet vatten en wendt je blik af wanneer ik je aankijk?"

Haar vraag was een doorbraak, een kier waar de wind zacht doorheen blies. Zo meteen kon de deur openzwaaien, beloftevol, met een stralende ochtendzon in de deuropening.

Hij slikte moeizaam, keek opnieuw weg, tuurde naar het Ikea vloerkleed en mompelde, haast onverstaanbaar: "Ik ben het Noorden kwijt".

Zijn voetzolen zochten aarzelend, stuntelig het vloerkleed en als gehypnotiseerd ging hij verder: "Ik ben het kwijt, en ik weet niet of ik het terugwil. Ik moet naar het Zuiden, waar het warm is, heet, zwoel, bronstig, waar de zee m'n voeten zoent, waar de zon m'n huid verschroeit, waar rokken opzwaaien en op elke hoek een glimlach wenkt. Ik verlang naar een nacht vol steels, parelend zoutzoet zweet, een hand die me onophoudelijk streelt, me liefkoost, kust, een omhelzing die me niet loslaat voor het klaar is, en weer klaar wordt."

Toen hij opkeek, verborg zich in de linkerhoek van zijn ogen een traan.

Ze stond op, kwam voor hem staan, nam zijn hoofd zacht in haar beide handen, duwde het voorzichtig dwingend naar omhoog en keek hem recht, lang aan.

"Stil maar. Je waait met alle winden mee. Leg je hoofd in m'n schoot, ik zal het wiegen, als was je op een Zuiderse zee, het strelen tot de zon in het Oosten daagt. We gooien onze kleren af, laten de westenregens over ons heen stromen, en met onze warme, naakte lichamen tegen elkaar zal er nooit een Noorden zijn."

Toen werd het windstil, de kracht van haar handen, de zachtheid van haar stem was het Zuiden van zijn zoektocht. Zijn voeten vonden de hare in het vloerkleed en waanden zich in het zand van de Zuiderzee. Voortaan had hij wind mee.

The echo of San Francisco

Het verhaal heet dat indianen in de jaren 50' werden overgevlogen naar Washington voor onderhandelingen en 10 dagen in kleermakerszit op de luchthaven doorbrachten. Omdat hun lichaam was geland, maar hun geest nog onderweg was.

Noem het de onwil van mijn geest om indrukken, ervaringen, prikkels van dag en nacht, zon en wind, ontmoetingen en gesprekken met een snelheid van zo'n 900 kilometer per uur eensklaps te laten oplossen in het alledaagse van opstaan, ontbijten, kindjes naar school brengen, opruimen, afwassen, werken, kindjes afhalen, afwassen, opruimen en slapengaan. Liever bleef ik nog even sprakeloos, woordeloos, in het gezelschap van de binnenpret van mijn geest.

The City was een onvergetelijke ervaring. San Francisco is kleur, variatie en tolerantie. My kinda town. Er is stad, er zijn skyscrapers, steile straten, een bonte mengelmoes van prachtige Victoriaanse huizen, maar er is ook ruimte. Er is de zee, er zijn de eindeloze parken en er zijn talloze bruggen om te kruisen. Er is gay Castro, Chinatown, Japantown en Little Italy. En er zijn de Amerikanen die op sneakers hier tussen wandelen en alles even mooi en fabulous vinden. Zo ook mijn jas. Zelden zo vaak aangesproken door wildvreemden om een praatje te maken over mijn jas. Verder onthoud ik de zeeleeuwen @ Fisherman's Wharf. Niets kan lieflijker, aandoenlijker kraaien en rollebollen dan een zeeleeuw. Alleen jammer dat ze stinken. Er was ook een fietstocht over de legendarische bloedroodmooie Golden Gate Bridge: geen hand voor ogen zien door de mist en de zon aan het eind van de rit terug op je huid voelen branden. De mysterieuze, ruwe stilte van het verloren gegane Sutro Baths, dinner on a rooftop terrace @ Union Square, Shabu-Shabu in Japantown en nog zoveel meer.

Ik wil nog helemaal niet landen. Uch.

donderdag 23 oktober 2008

The sound of San Francisco

This is grand. Tomorrow, I'm an aviator travelling round the world. Cheerio, all the way to SFO. Astray, to the city of the hippie-hosed and gay.

Wanna join me on the Global Deejays bus?

dinsdag 21 oktober 2008

A fool's parasite

We beslissen niet op wie we verliefd worden. Een beslissing is een rationele, weloverwogen stap, gesteund op criteria die we zorgvuldig wikken en wegen. En verliefdheid heeft de onweerstaanbare neiging tot overwicht, spilzucht, toevloed, overvloed en zotte zondvloed. Daar is geen wikken aan. Laat staan wegen en overwegen.

We beslissen niet op wie we verliefd worden. We vallen op iemand. In het veilige geval weren we ons, verward en verlamd door het onvoorspelbare, oncontroleerbare. In het avontuurlijke scenario gaan we voor vrije val. Soms landen we zacht, met zoenen en zie-je-zo-graag-zoetigheid, soms bezeren we ons.

Maar toch gaan we door. Buiten onze wil om, onvermogend en onvoorzienig, omdat onze hoop op zachtheid het haalt van de angst voor hardheid.

Dat heet dan verlangen naar overgave. De gave om je te willen geven, dwars door alle ratio heen. Of ook passie, het onstilbare verlangen naar paso doble.

En waar passie rijmt op fantasie, is dat voor NO voor ratio. Beide zijn hardnekkig tegenstrijdig en onverzoenbaar. Passie en ratio geeft samen parassietio. En dat is een vieze bacterie waar we niet mee besmet willen worden.

We beslissen niet op wie we verliefd worden. Het is geen beslissing, maar ook geen besmetting. Het is ongeneeslijk, overheerlijk, onverantwoord, irrationeel verlangen naar veel. En wie neemt graag genoegen met weinig?

vrijdag 17 oktober 2008

Wetenschap, vragenschap

Het pekelen van haring gebeurde vroeger op grote schaal, volgens een welbepaalde techniek, en was een echte specialiteit van de Nederlanders. Na het ophalen van de netten werden de haringen aan boord gekaakt, men maakte een insnijding onder de linkerkieuw en verwijderde een deel van de ingewanden. Na het kaken werden de haringen met zout bestrooid en in tonnen gelegd, men schikte de haringen in lagen op elkaar, waarbij elke laag met zout werd bedekt. Zo werden er in een ton ongeveer duizend haringen zij aan zij geschikt.

Gisteren in de Buren in Brussel zag ik Bas Haring, Nederlander, één uit de duizend, gepekeld, pittig en vooral: niet gekaakt. Verfrissend én zonder een blad voor de mond bewees de jonge filosoof, wetenschapper en auteur van "Kaas en de evolutietheorie" onweerlegbaar hoe wetenschap in essentie neerkomt op vragenschap, verwondering, op zoek gaan, je perspectief verleggen, je blik ontwapenen, met humor, met relativeringsvermogen én toch zonder fundamentele vragen uit de weg te gaan.

Podcast binnenkort beschikbaar op de website van de Buren. Hoorcollege over de evolutietheorie downloadbaar op Luisterrijk.

vrijdag 10 oktober 2008

The void

Ze wist dat er maar één uitweg was: loslaten.

Niet wachten, niet hopen, niet jagen, niet verlangen,

loslaten.

Maar los was leeg. Ze zou verzuipen, verdrinken, verdrieten.

Dus rende ze.

Als een anti-lope.

Wild-weg, ver weg moest het.

In paniekloop botste ze tegen alles aan, onderdrukte een korte, gesmoorde pijnkreet, holde, spurtte, stormde verder.

Zij was het wild. Hij de jager. Zijn schot dodelijk.

Ze struikelde, viel, lag.

In de strik van zijn armen.

Als een schot in de roos.

Hij prikte zich aan haar doornen, snoof haar geur, kwam tot bloei in het diepe, volle rood van haar wellust.

Hij was wild, zij jachtig.

In ademloze stilte daalden ze af.

Naar een leegte die hen niet meer losliet.

donderdag 9 oktober 2008

Wanna do me babe?

Het feminisme kwam in golven. Er was first wave, second wave, en nu zitten we zo stilaan ongeveer op het hoogtepunt van de third wave. Nu wil het trefzekere, contradictorische toeval dat die derde golf (hoezee!) een lichting overtuigde hot, beach babes heeft voortgebracht, die ffollop flirten en andere f-woorden met gaarnte in de mond en tussen de benen nemen. Die nieuwe lichting heet, geloof het of niet, do-me feminism, en volgens The American Thinker staat ze hier voor:

“do-me feminism holds that sexual promiscuity in women is a form of equality, empowerment, and self-actualization.”

Met andere woorden: Jij mag me doen, iedereen mag me doen, we doen het allemaal, is dat niet feministisch fenomenaal?

Op heel exuberante schaal uit zich dat in “girls going wild”, horden jonge meisjes die wild uit de kleren gaan op party’s en te koop lopen met al het frêle fraais dat hun deernige jonkheid verblijdt.

Het blijft een tijdloos gegeven. Vrouwen willen opboksen tegen mannen, zich meten, zich weren, respect vragen, of desnoods afdwingen, een eigenheid claimen. De vraag is echter, in welke mate jonge vrouwen op deze manier hun identiteit verloochenen? Is het dat wat ze willen: skip-along, philandering, emotion-less, fast sex? Of willen ze tederheid, aandacht, bevestiging, liefde? Maar vragen ze het op de verkeerde manier? Een andere vraag die deze derde golf oproept is: hoe kan een vrouw, zonder preuts te zijn, toch vragen om genegenheid, respect, en waardering? Door zichzelf naar waarde te achten en zich langzaam prijs te geven, aan wie het verdient? Of klinkt dit nu amechtig middeleeuws, met de toren, de minstreel, de ridder, u weet wel, het romantisch liefdesspel?

Nu heet het: “Wanna do me in da back of ur car, luv?

En dan, zacht en heet... : “Yeah, cool, dude.”

And then, a cool WAVE, makes you wet, shiny and fresh. En yep, voor je’t wist: you’re a true-born feminist.

donderdag 2 oktober 2008

Just to see what's cookin'

“Ik kook experimenteel” stond er in grote, witte letters op de blauwe keukenschort. Hij droeg '‘m wat klunzig, de letters stonden niet groot en breed op z’n borstkas, maar waren verzakt, zo ongeveer tot op hoogte van z’n kruis. Marieke kon het lachen moeilijk bedwingen. Maar ze wist, dit is een cruciaal moment, het begin van een prille relatie, dan heb je het niet over borstbreedte en kruishoogte. Dan houdt je het best nog even veilig. En ze vroeg “Eten we lasagne?” “Ja, alles gaat in laagjes vandaag”, was het antwoord. “Oh, da’s best wel experimenteel, weet je ik naai...” “Ook in laagjes…?” onderbrak hij haar. “Eh….die schort wel wat strakker rond je nek” fluisterde ze verder, en bukte zich om, op kruishoogte, verlegen in de oven te staren. “Vind je 'm er lekker uitzien?” klonk het van hoger. “Best wel, zal ik kijken of ie gaar is?” Ze ging een stapje achteruit, nam de ovenwant van het aanrecht, een vork uit de besteklade en keek 'm ondertussen onwennig, lachend aan. “Zullen we?” informeerde hij. “Wat?” vroeg ze, bleu en nietsvermoedend. “Beginnen met het grote experiment?” klonk het stil. Toen viel de vork, de ovendeur ging met een klap dicht, de schort af, z’n hemd, jeans, boxershort, alles uit. Marieke bukte zich, op kruishoogte, en liet begaan. De lasagne mocht best nog even in de oven staan.

dinsdag 30 september 2008

Lost in translation

Verdriet is een overweldigende emotie. Met alle geweld willen we het vermijden. Maar soms is er geen ontkomen aan, is er afscheid, is er verlies, is er pijn. Soms lachen we verdriet weg, dat heet dan met een lach en een traan, of ook, tragikomedie. Dan louteren we lachend, en kunnen weer verder. Maar vaker nog laten we geen compromis toe, en proberen we te ontsnappen, ver van ver-driet. Dan slaan we aan het vertalen. In het slechtste geval worden we dan agressief of hyperactief, in het betere sportief, of creatief. En zo raken we soms het spoor kwijt: Lost in translation. Dan moeten we op zoek. Naar onze moedertaal. Naar een taal van troost, met een rijkdom aan hulpwerkwoorden en koppelwerkwoorden, met het onderwerp op de juiste plaats, en zonder vraagtekens of imperatieven. Naar een taal vol liefdesverhaal.

maandag 29 september 2008

Dreaming of dancing

Haar benen schoppen, springen, tollen, draaien. De muziek brengt haar hoofd op hol, vrolijk wordt ze ervan, uitgelaten. Rondom rond deinen lichamen. Een natte rug, guitige ogen, een snelle zoen. Bokkesprongen, tuimelende, buitelende benen. Hoog boven de dansvloer wiegen rode, groene en gele lampen mee.

Zo uitgelaten als dit wil ze het elke dag. Rood, groen en geel stralen, wiegen, zoenen, omhelzen, in één vloeiende feeling whoopy beweging in zijn armen landen, weer loslaten en als vanzelfsprekend terug draaien, op het diepe, warme retro ritme van rock, soul & twist. Een eindeloze, voortdurende ommekeer. Een ik-keer-toch-altijd-weer.

Want hij kan haar laten dansen, en zij volgt, op de vanzelfsprekende ritmes van haar ziel.

zondag 28 september 2008

Mc Dreamy

Okay, maybe you should cry.

But crying’s for pussies.

And when you think of pussies, it makes you wanna cry even more.

So. Tuck a fleece blanket around your shoulders, settle in front of the telly, and have dinner on comfort food: Grey’s Anatomy for starters, loads of portions of tender, eye-gleaming Mc Dreamy and for dessert: sweet Belle de Jour.

Droop off to bed, kiss Mr. Right on your right side, tuck in Ms. Beauty of the day, and dream of a mind-boggling threesome.

And don’t cry. Or only in the wink of an eye. Because there’s always a dream to live by.

Yours, threesome truly and unduly,

Ms. Mc Dreamy-de Jour

vrijdag 26 september 2008

Wandrous woman

Taalvirtuozen kunnen aan de slag, here you go: Van Dale Vertaalslag.

Bedenk voor 14 oktober a.s. de mooiste, beste, ludiekste vertalingen voor zes nieuwe woorden uit 2008 in het Engels, Frans óf Duits en word uitgeroepen tot Van Dale-vertaler van het jaar 2008. Opdrachtwoorden van dienst zijn: digiflirten, zwemboerka, horroropa, wolkersvrouw, paktaks en klimaathuis.

Altijd al een wolkersvrouw willen zijn, digiflirtend, wars van pak-me-taks en van kop tot teen onbedekt genietend. En ja, ik heb een horroropa, heimelijk verstopt in de kelder. Hij houdt mijn klimaat neutraal, komt me af en toe dwingend vragen wanneer ik nu eindelijk die vertaalslag ga thuishalen, haalt vervolgens zijn bijl boven en rijt gruwelijk mijn zwemboerka aan flarden.

Best wel een uitdaging, die wedstrijd.

woensdag 24 september 2008

Big boy

Ik krijg een natte, zachte zoen op m’n neus. Grote, diepe ogen kijken me aan. Warm en klein bezorgd. Een stevige knuffel omhelst me. “Ik vind het zo erg als jij je slecht voelt”, fluistert hij me toe. Zijn hand vouwt zich in de mijne en we nemen elkaar mee op wandel. “Slaap maar eens goed, je zal je nadien vast beter voelen”, klinkt het even later grootmoedig aan m’n zij, een echo van de zoete woorden die ik hem zo vaak aan de rand van koorts toesprak. Ik antwoord groot: “Ja, ik slaap en dan is alles vast beter”, strijk door z’n stugge, lange haardos, knijp in z’n hand en knipoog: “want morgen ben jij jarig, jij wordt acht...”. En zo werd het even zacht, ook al lukt het niet, zijn troost mijn wiegelied.

maandag 22 september 2008

Any way the wind blows

In de luwte van alledag
vlijen we
tegen elkaar aan,
streel jij m’n haren
in je schoot
en worden we
windstil.

woensdag 17 september 2008

Nooit meer wachten op waarom

Ze stond op de trappen van het beursgebouw, als altijd, zelfde tijd. Haar haren opgestoken, lippen zacht rood, hoge hielen met het riempje strak rond de enkel en een korte zijden rok waar de wind zo nu en dan doorheen kwam zuchten.

De herfstzon liet haar genieten. Ze hield van wachten op hem, uitkijken naar het moment waarop hij in zijn witte Volvo Amazon statig de bocht om reed en met pretogen het portier voor haar openhield. Ze dacht reikhalzend aan het rode leder van de zetels, het glimmende dashboard met tellers en wijzers, en voelde zich een prinses, een actrice. Elk moment kon de camera inzoomen op het moment suprême.

Ze opende de drukknop van haar suède handtas, ging op zoek naar haar zonnebril en keek terloops op de display van haar mobiele telefoon. Geen berichten. De zelfverzekerdheid waarmee hij haar telkens liet wachten zorgde er iedere keer weer voor dat ze rustig werd. Geen haastig telefoontje om te zeggen dat hij het niet zou halen, geen slordig, snel afgekort bericht om te melden dat het later zou worden. Zij bleef wachten tot hij kwam en hij kwam altijd.

Hij was flamboyant, excentriek een intellectuele levensgenieter, ging in het verzet tegen alles wat vervelend, kleingeestig of kleinburgerlijk was. En hij alleen bepaalde de spelregels. Onberispelijk, in zwart tweed pak met krijtstreep, en geborduurde lederen handschoenen zou hij met vaste hand het stuur omknellen, zijn rechterhand op haar dij leggen, weemoedig glimlachend opzij kijken, haar blik vangen en zeggen: “what the fuck, let's drive to Berlin, Vienna, Warschau, Krakau. Let's pretend. We're in a road-movie with a happy end. No when or why. Girl, believe me, I could love you till I die. "

Maar uren verstreken, de herfstzon verdween achter de hoge flats van de stad en pendelaars wandelden gehaast richting Centraal Station. Ze wendde nog éénmaal de blik hoopvol naar links, daalde toen de trappen af en liet zich met de stroom forenzen meevoeren. Achter de donkere glazen van haar bril vermengden tranen zich met zorgvuldig aangebrachte mascara. Er was geen camera, geen happy end, geen volgende keer, geen waarom of wanneer. Hij kwam altijd. Dus was dit zonder twijfel het afscheid, van de mooiste tijd, voor altijd.

Inzending Base poëziewedstrijd 1001 nacht

1 nacht
ooit en onvoltooid
aan haar zijde, rond en vol
als was er eens en nog eens duizend, duizelend vol van 1.

dinsdag 16 september 2008

The chemicals between us

Liefde wordt lyrisch bezongen, er wordt over geschreven, poëtisch geëvoceerd, én ze wordt ook wetenschappelijk bestudeerd. Wat of waar we, met ons hoofd in de wolken, kop noch staart aan kunnen vastknopen wordt door objectieve modellen, statistieken, evolutionaire theorieën en ander groots gedachtegoed objectief en volledig in kaart gebracht. Of althans een poging hiertoe. Vooral in het domein van de neuroscience wordt druk onderzoek gepleegd naar de biologische voorbepaaldheid van liefde. De antropologische benadering van Helen Fischer nuanceert eenzijdige biologische benaderingen en definieert, aan de hand van kwalitatief onderzoek gekoppeld aan hersenscans en ander bèta benaderingen, het begrip liefde als een complex geheel van 3 fasen, lust, attraction en attachment die elk een afzonderlijk hoekje van ons brein innemen en dus los van elkaar kunnen/moeten gekoppeld worden. Wat verklaart waarom we, heel tegenstrijdig, als een blok kunnen vallen voor een collega en intussen niettemin een langdurige stabiele relatie met een geliefde in stand (trachten) houden. Elke fase heeft zijn eigen chemische substanties met kenmerkend socio-emotioneel gedrag. Zo bevestigt dit onderzoek dat de mix van dopamine, verlaagd serotonine gehalte en epinephrine verantwoordelijk is voor o.a. verhoogde, exclusieve aandacht voor de geliefde ('intrusive thinking'), de ups en downs, de euphoria en grief die gepaard gaan met respectievelijk succes en verlies in de fase van romantic attraction. In "Neuroenhancement of Love and Marriage: The Chemicals Between Us" (2008) gaan Julian Savulescu & Anders Sandberg nog een stap verder met de mogelijke suggestie dat liefde kan gestimuleerd/manipuleerd worden met drugs/hormoonsupplementen. Opmerkelijk in het artikel is de volgende vraag die ze aankaarten: Duty to love? Ofte, kan je plichtsmatig jezelf tot liefde dwingen, till death do us part? Dit is hun antwoord:

Kant famously based his argument against a duty to love on the lack of commandability of love: “Love is a matter of feeling, not of willing, and I cannot love because I will to, still less because I ought to (I cannot be constrained to love); so a duty to love is an absurdity.” Understanding the biology of love calls into question Kant’s famous claim that love is not under voluntary control. While it is true that we cannot will to love, we can make love more probable by manipulating its biological determinants, in the same way as setting the lighting to a romantic level. If there is a duty to be faithful to one’s partner, or a duty to do the best for one’s children (and so remain in a stable relationship), these could ground a duty to try to influence love through biological enhancement. (2008: p. 38)

Dit laatste weiger ik te aanvaarden. Met alle voluntary control die ik in me heb. Aan liefde raak je niet. Door liefde wil je geraakt worden.

maandag 15 september 2008

Odegand

Als bij een buffet, je heerlijk te goed doen aan muzikale fijnproeverij, een onverwachte altijd weer verrassende mengeling van smaken en kleuren: editie 2008 van Odegand, het startschot van het Festival Van Vlaanderen was opnieuw een voltreffer, alleen al om deze éne ontdekking: Stockhausen & Snétberger, een fijnbesnaard, pittig duo van trompet en gitaar dat eigenzinnige jazz brengt. Nog nooit eerder een trompet zo sensueel en met eindeloze variatie bespeeld gezien. Genoten van begin tot eind. Hun CD Streams staat garant voor verrassend, melancholisch en warm luistergenot.

zaterdag 13 september 2008

Straat 69

Het was zo’n dag waarop verdriet je keel dichtsnoert en je angstvallig laptop en draadloze of mobiele telefoons vermijdt, schuw en bang om verder gekwetst te worden door binnenkomende communicatie. Een grijze dag was het, het goot, kortom, de wolken huilden mee. En ja, by all means, da's een cliché. Maar bij verdriet is het toegestaan te vervallen in voorgevormde beelden, en op zoek te gaan naar solidariteit in symboliek. Da's het voorrecht van dichters, schrijvers, liedtekstschrijvers, kortom producenten van melancholisch, kwetsbaar gedachtegoed. Zij plaatsen vertrouwde kentekens van basis-emotie op onze kaart. En meteen ook op de weerkaart, want goed, het regende dus met bakken. Dus. Om verder te gaan, je doet je agenda open, hoewel je ‘m eigenlijk liever in een plas zou laten verwateren, en ontdekt een gepland bezoek aan Dr. Tuyten. Help, daar gaan we weer. Tranen met tuiten. Je negeert de boodschap en concentreert een minieme dosis resterende positieve gedachten op de toch wel pittige locatie van het kabinet van Dr. T.: Straat 69 in AZ St. Jozef. Misschien schuilt ook hier een subtiel signaal? Even later sta je verdwaald te staren naar richtingaanwijzers en pijlen die je naar het onthaal moeten brengen en wordt behulpzaam aangesproken door een oudere dame die je lief verder loodst. Je krijgt zin om haar te omhelzen. Da’s vast een prettige bijwerking van straat 69. Wanneer je merkt dat je verstrooid, verdrietig niet aan centen heb gedacht om Dr. T. met talenten te betalen verschijnt er bij de lift naar straat 69 warempel een geldautomaat, bij onze Noorderburen ook wel flappenteller genoemd. Geflipt, geflapt zijn ze, die Hollanders. En ziedaar, alsof je onverdraagzame gedachtenflarden worden gelezen door, laat ons zeggen Dr. E.T. in de bovenste hemel (die waar die wolken meehuilden), word je aan de liftdeuren ingehaald door een jongeman van vreemde afkomst die nobel de bankkaart komt brengen die je, nog steeds verstrooid en verdrietig, in de flapmachine had achtergelaten. Een gebaar om racistisch gedachtegoed een stevig allochtoontje lager te laten zingen.

Je tranenhemel splijt intussen stilaan open, zij het nog even gehinderd door een jammerlijke ontdekking in de wachtzaal. In de immer grote chaos van je handtas ontdek je geen balpen, geen vulpen, geen potlood, niets waaraan je tijdens het wachten je schrijfdrang kwijt kan. Je vraagt het aan je buurvrouw, die steevast meteen op zoek gaat in haar nog grotere chaos en een rasechte Bic te voorschijn tovert. Wanneer ze halverwege je verhaal door de dokter wordt opgeroepen en je haar balpen wil teruggeven zegt ze glimlachend: “ Je krijgt 'm, ik heb er thuis genoeg.”

Rue soixante-neuf lacht je intussen languit breed toe. Je steekt je tong uit naar de wolken. Avec un bic, tu te sens superchic(k).

dinsdag 9 september 2008

Verweersregels

"Stop, hier kunt u niet door. Dame, u zit op een dood spoor. "

"Maar agent, beslist. Het is wérkelijk een heer in het verkeer, een voorbeeld van voorrang. Van averechts. Van macho-koelte, zachte zwoelte. Van mooie muziek, rake woorden. Kortom, een rotonde zonder Noorden. "

"Mevrouw, verkoop geen nonsens unique. Mooie woorden? De man danst graag op koorden. He may give you wings, but he's a man of all strings. Nogmaals, dit is een cul-de-sac, voor u het weet rijdt u zichzelf in de prak. Dus, ik zeg het opnieuw, dwingend maar traag: Graag. Open dat dak. Eruit. Rechtsomkeer. Weg van die heer. Met hem wil u geen verkeer. "

"Goed agent. We zien elkaar morgen weer? "

dinsdag 2 september 2008

Afscheid

Champagne vult bruisend de glazen. "Toosten we op het afscheid?" grinnikt ze. "Mmmm", klinkt het volmondig aan het voeteinde van het bed. "En als we nog vrijen, dan is dat beslist enkel voor de sex", gaat ze waarschuwend verder. "Uiteraard", is zijn antwoord, "dat pik ik graag nog even mee voor ik opstap."

De glazen tikken tegen elkaar, de voeten raken in elkaar verstrengeld, bruisend, bubbelend, vloeien druppels over de rand. Handen raken vluchtig, ogen volgen, monden ontmoeten elkaar.

De scheiding vloeit rijkelijk tussen de lakens.

woensdag 27 augustus 2008

Zoekertje

Vrouw met grip zkt man
met graat
om
genegen en genadeloos
vragen,
twijfels
en grijpgrage gedachten
magie-straal
te verguizen.

maandag 25 augustus 2008

Groot, gul en geil

Er vloeien heel wat woorden in deze post-olympische dagen. Letters verzilveren triomfen en vergulden mislukkingen. Temidden van de hoge frequentie aan foto’s en verslagen van een triomfantelijke Tia viel er de afgelopen dagen ook veel beschouwelijks te lezen. In De Morgen van vandaag schrijft Bernard Dewulf poëtisch over gulle en gierige lichamen. Over hoe het allemaal met overschot heeft te maken. Met vrijgevigheid. Dewulf lauwert het breed omvademend mannenlichaam. Of vrij vertaald: hij heeft het graag groot. Zoals wel vaker bij Dewulfs bespiegelingen kon ik enkel bedenken hoe ontroerend mooi dit uit een mannenmond klonk. Heel wat explicieter ging het er aan toe bij columnist Matthew Syed. Nietsverhullend vertelt de columnist en ex-olympisch tafeltennisser in The Times van 22 augustus 2008 over de vrijgevigheid van lichamen in het Olympisch dorp na de Spelen. Voor toppresterende sprinters, hoogspringers, zwemmers, basketballers, turners en ander sportief toptalent is de olympische after-party top of the bill: stevig, voluit én met overschot van bil gaan. De column omvat bovendien een poging tot wetenschappelijke verklaring van al dit overschot aan lijfelijkheid: volgens een rapport in het tijdschrift Personality and Individual differences verdubbelt de hoeveelheid zaadcellen van een man als hij vaak van huis is. Om het even sloganesk te vertalen: Fly your seed. Double your speed. Manlief (mag) moet vaker op reis. Fly SN, KLM, wham, bang, jam. Of nog anders gezegd: je hoeft geen topatleet te zijn om het ver te brengen.

zondag 24 augustus 2008

Still wet after all these years

Still wet after all these years
álles is tweeledig, brulde hij
heerszuchtig, en kuste o.a.
haar monden.

je hebt alweer
gelijk, suste ze,
een smalend blikje

in zijn kruis, dat
algauw een berispende
vinger opstak.

door Tom Lanoye,
gepubliceerd in De Standaard van 22 augustus 2008, ter gelegenheid van de 50e verjaardag van de schrijver.

woensdag 20 augustus 2008

Het stigma van de stilte

Nu schijnt het meest aandoenlijke beeld in een restaurant de aanblik van een zwijgend paar te zijn. Bij de zwijgende koppels die regelmatig in mijn restaurant komen eten, heeft Henry de gewoonte om wat langer aan hun tafeltje te staan, als een mediator die twee kampen weer aan de praat moet krijgen. Ik heb de afgelopen twintig jaar duizenden stille stellen gezien, vaak oudere echtparen die elkaar na jaren juwelijk niets meer hebben te vertellen. Niet dat ze per se ongelukkig zijn, maar alles wat ze in hun leven mogelijk hadden kunnen bespreken, hebben ze besproken. Eventjes maken ze een paar opmerkingen over de al dan niet fraaie inrichting van het restaurant, vluchtig nemen ze de menukaart door, kort vragen ze elkaar of een gerecht bevalt- en dat is hun conversatie. Geen zichzelf serieus nemende stand up comedian die niet de draak met deze paren heeft gestoken, en toch ben ik erachter gekomen dat het stigma niet hoeft te kloppen. Jij en ik zaten ook stil, naar elkaar te kijken, niet omdat we waren uitgepraat, maar omdat zwijgen een uiting van genegenheid kan zijn. Met vrijwel iedereen die we ontmoeten, van schoonmaakster tot beste vriend, worden we geacht oonophoudelijk in gesprek te blijven, te praten, ouwehoeren, babbelen, roddelen, vergaderen, behalve met degene bij wie we ons werkelijk vertrouwd voelen. Zwijgen tegen elkaar in het bijzijn van de buitenwereld is een teken van wederzijdse genegenheid: wij zwijgen, wij horen bij elkaar.

Uit "Troost" van Ronald Giphart, p. 157-158

Eindstand

Ze zei: "Ik hou van je," dat zei ze. We aten samen die krakeling. Ik zei: "Mooie, lieve Nadine, hoe prettig het ook was, voor zo'n ultieme bezegeling is wel wat meer nodig dan één liefdesnacht." Ze zei: "Nee, ik weet het gewoon, ik hou echt van je." Ik zei: "Nadine, don't be the loose end of a one night stand."

Uit: "Ik ook van jou" van Ronald Giphart, p. 147

maandag 18 augustus 2008

Haan kleef aan

"Kind, een haan kan geen vrede nemen met alle dagen dezelfde juffer, maar moet kunnen verdelen en heersen. Dat is hetzelfde als een man, maar dan met pluimen aan, ge moet dat verstaan. Die heeft voortdurend last van zware gedachten en moet zich fysiek kunnen uitputten om deze te verbannen. In het kiekendom moet ge toch kunnen rekenen op 12 madammen voor één man."

Uit: "Een man voor Claudette", column van Dimitri Verhulst in De Morgen van 12 juli 2008.

donderdag 10 juli 2008

Out and about

I'm out of words. Don't know when they'll be back. Maybe I fall in summer love. Maybe I don't. Maybe I run for the end of the world. Maybe I don't. Maybe I bump into a kangaroo telling me to keep away from this silly zoo.

Maybe is all I want this summer to be.

As for now, to all of you: I'll miss you, hope you do so too, we'll meet again in Wannado.

Kiss, Ellen

maandag 7 juli 2008

Restless

De onrust was onhoudbaar. De muziek moest knalhard. Om niet te voelen hoe het binnenin druiste, ruiste. Ze wou hem. Nu meteen. Zonder verwijl. Elke beat, elke seconde muziek was voor Erica een tel te veel. Ze wou hem voelen, ruiken, tegen de muur aanduwen, zijn mond opengraaien, bijten. Hij zou monkelend lachen. Maar daar kreeg hij de tijd niet voor. Met een wilde, grote, gretige en genadeloze blik zou ze hem omdraaien, met een korte ruk zijn gezicht tegen de muur duwen en langzaam zijn broek afstropen. Zijn gespierde, zware dijen zou ze beetnemen, haar lippen stevig tegen de behaarde huid duwen, likken, zoenen, strelen. Ze zou vertrekken aan het kuiltje in zijn knieën en langzaam omhoog likken, tot hij het niet meer hield en kreunde. Tot hij voor altijd bij haar wou zijn en haar nooit meer zou loslaten. Ze had hem niet, had hem nooit gehad, zou hem nooit hebben. En net daarom was het sterker dan zichzelf. Het verlangen.

Erica draaide zich bruusk om, liep weg van de onmogelijkheid tussen hen. Hij wendde het hoofd, schrok van de plotse afwezigheid van haar handen, lippen. Nietszeggend keek hij haar aan, liep op haar toe, nam haar hoofd in zijn handen en kuste haar tranen, likte verder tot haar lippen de zijne raakten en kwam tot stilstand bij haar borsten. Erica wou dat het likken nooit ophield, dat hij nooit ophield, dat ze het smachten kon laten, dat er meer was dan enkel de beelden in haar hunkerende lijf.

Ze trilde, nam een boodschappenlijstje, begon te schrijven, schrappen, schreef verder. Ze moest wat doen, verder doen, niet verlamd verlangend liggen en staren naar beelden die pijn deden. Hij was onbereikbaar. Dat zou ze aanvaarden, naast zich leggen en verder doen. Niet nadenken, niet verbeelden, zich niet inbeelden, niet willen, niet hopen. Maar kopen, inkopen, haastig achter alles aanlopen.

De onrust was onhoudbaar.

woensdag 2 juli 2008

G-star

“Weet je, ik ben grillig, gretig, guitig, gek, gulzig. En ja, het mag best gortig, goor en geil.”

Dat zei ze. Die allereerste keer. Met een oogopslag vol glitter.

“Met mij kom je niet in één keer, maar geleidelijk, glijdelijk, goddelijk meervoudig en meer.”

“Dus je wil me vast niet”, ging ze ondeugend verder.

Hij hield het even niet meer.

Maar ze ging verder. In gracieus Engels.

“I want a man with a slow hand, I want a lover with an easy touch. I want somebody who will spend some time, not come and go in a heated rush.”

“Ik ben gevoelig, genegen, hou van galant.” Haar blik werd groter, grondiger. “Ik geef mezelf, ga ervoor, ga houden van.” Ze staarde verlegen naar ver. “Dus, het is vast voor een andere keer?”

Maar hij ging van haar houden.

Geleidelijk, gretig, meervoudig en meer.


Geïnspireerd door Slow hand van The Pointer Sisters: free mp3 download

zaterdag 28 juni 2008

Vloeibaar geluk

We wandered pointlessly for about half an hour, and then at last we were allowed to go to the swimming-pool. It wasn't very crowded. There were a few people lying or sitting on deck-chairs and sunloungers next to the water: the minority who had chosen to swim were doing so very vigorously, with much splashing and shouting. There was a confusion of different musics. Watery orchestral pieces leaked out over a tannoy system, but they were in competition with a number of transistor radios, playing everything from Cliff Richard to Kenny Ball and his Jazzmen. The water shimmered and sparkled irresistibly. I couldn't understand why people preferred to lie flat on their backs listening to the radio when faced with the prospect of such liquid happiness.

Uit: What a carve up! van Jonathan Coe. Penguin Books, 2007, p. 32-33

dinsdag 17 juni 2008

on-weerbarstig

Het portier open, de tas op de achterbank, de sleutel in het slot en in één ruk naar Bouillon. Met lange, hoge laarzen in diepe plassen waden, het hoge gras nat langs haar billen laten strijken, diep dennen inademen, weg-regenen en wegrennen. Dat zou ze.

Marjan reed langzaam en toch snel. Bomen, huizen, fabrieksgebouwen, parkeergarages, alles gleed zacht, onhoorbaar voorbij. Niets kon haar raken. Donkere wolken verdrongen zich boven het glazen schuifdak van haar wagen, drongen samen in volle, dikke regendruppels en kletterden onophoudelijk tegen de voorruit. In haarfijne lijnen gleden ze langs de passagiersruit aan haar linkerzijde. Uit de radio kwamen warme, zwarte, Afro-Amerikaanse timbres.

In de grijze, gesloten beschutting van regen en radio ging het diep door haar heen.

Bij geen man was het eender zo geweest.

De evidentie. De rust. De onontkoombaarheid.

Als de regen die onophoudelijk klatert.

Naast hem werd ze week, week alles, kon ze haarfijn begrijpen wat hij voelde, zocht, dacht, of niet wou denken. Ononderbroken, druppelsgewijs, had hij een plaats gekregen. Het woelwater dat ze was kwam bij hem tot rust, kwam tot stilstand bij het broze, moeilijke, onvoorspelbare. Bij hem vond ze rust in beweging.

Intussen braken bliksemschichten het hemeldek. Marjan waande zich veilig in de cocon van luid tikkende regendruppels. Geen storm kon haar deren en ze koesterde zich in het verre vooruitzicht van de luwte van liefde.

In Bouillon parkeerde ze de wagen, opende het portier en viel recht in de onstuitbare kracht van een wolkbreuk. De regen priemde door haar T-shirt, zoende zich waterig, vochtig naar haar huid. Marjan liet het begaan en bleef staan. Zo zou ze, wou ze hem omhelzen. Sterk, krachtig, onweerachtig, nat, hevig, niet aflatend, on-weer-barstig. Ze rende de vakantiewoning binnen, knipte het licht aan, en met een klap viel de stroom uit.

Het dwingende salvo van de start.

In het duister en op de tast.

zondag 15 juni 2008

Rosita Lolita

De goegemeente spreekt kwaad. Rosita nam na 38 jaar huwelijk de benen, beende resoluut weg van beenhouwer Basiel. Zonder boe of ba brak ze met alles, brak ze uit.

Het ging zo.

Rosita diende palliatieve zorgen toe aan de vrouw van René. Na al dat lief en palliatief, kwam de dag dat de vrouw stierf. Rosita diende kwalitatieve zorgen toe aan René. En de rest bleek affirmatief.

René is een hoerenloper. Zo beweren de kwatongen van de goegemeente.

Jaloerse tongen.

Misschien beleeft Rosita wel de geilste, lekkerste jaren van haar leven? Waar ze nog moederlijk, bezorgd twijfelde in haar midlife-crisis, vatte ze de stier bij de hoorns in een end-of-life-crisis? En wie zegt het? Was beenhouwer Basiel vies van een lekker, nieuw stukje vlees?

Rosita gaat over de tongen. Rosita maakt zichzelf ten schande en zal later veel spijt krijgen. Dat zeggen de tongen. Met veel madeirasaus. En Basiel stelt het goed. Heeft naar eigen zeggen veertien dagen verdriet achter de rug. Maar nu strijkt schoondochter zijn hemden.

En ze hangen mooi recht op de kapstok.

maandag 9 juni 2008

1001 nacht

Base organiseert de vierde editie van de sms-poëziewedstrijd, in samenwerking met het Internationaal Festival van Vlaanderen Gent en het Poëziecentrum. Het thema is 1001 nacht. Tot 30 juni 2008 kan je een Nederlandstalig sms-gedichtje insturen van max. 160 karakters naar 3264 (30 cent per sms). Hoofprijs is een exotische reis in lijn met het thema. In de prijzenpot zitten ook gsm's, boeken en concerttickets. De beste gedichten worden gebundeld in een poëzie-uitgave. De prijsuitreiking vindt plaats op 13 september in het stadhuis van Gent.

En ja, uw woordenschatbewaarster verzamelde zuinig 160 karakters. Onder het motto, goede wijn moet even rijpen, werden deze weliswaar nog niet ingestuurd. 160 tekens, geïnspireerd door het kaderverhaal van Duizend-en- één-nacht, een sublieme ode aan de vertelkunst, ofte, het verhaal van koning Sjahriaar die door zijn vrouw bedrogen werd en, om herhaling te voorkomen, besloot om voortaan elke avond een nieuwe maagd te huwen en haar de volgende ochtend ter dood te brengen. Na enige tijd huwde hij de dochter van zijn grootvizier, Scheherazade. Om aan de executie te ontkomen vertelde zij hem in de huwelijksnacht een verhaal dat nog niet af is. Om te weten hoe het afloopt besloot Sjahriaar haar te sparen. De volgende nacht kwam het vervolg, maar ook dat verhaal was niet af. De koning gunde haar nog een nacht. Dit hield Scheherazade 1001 nachten vol en elke nacht werd afgesloten met een onvoltooid verhaal. Wanneer de verhalen uiteindelijk ten einde waren, was de koning zo van haar gaan houden, dat hij haar gratie schonk en ze zijn definitieve vrouw mocht worden.

vrijdag 6 juni 2008

When the sheets have no name

Meteen toen ze wakker werd stond haar besluit vast. Ze wou hem. Ook al was hij onbereikbaar, onbetrouwbaar, bij momenten onhoudbaar onhandelbaar, meer nog, onuitstaanbaar.

Jana lag languit op bed. De plek naast haar was leeg. Een drukkende warmte maakte zich meester van de kamer. De luiken waren gesloten, ze was afgesloten.

De plotse wilskracht waarmee ze wakker was geworden voelde bars. Een onmiskenbaar, resoluut negeren van de leegte die hij had achtergelaten. Hard, verdroten, sterk, wou ze willen. Liever dan gelaten, achtergelaten de tranen laten opwellen. En sussen met wat enkel holle, lege woorden zouden zijn.

In de stilte van de verduisterde kamer was alles tegenstrijdig. De muur vocht met de weerschijn van de spiegel, de lakens lagen overhoop met de kussens, het zonlicht voerde een gespleten strijd met de rolluiken.

Toen ze zich opnieuw omdraaide en op de wekkerradio zag dat het een heel eind in de late, zwoele namiddag was, smolt haar wilskracht samen met de zin om op te staan.

Ze wou dat hij in de leegte van de lakens gleed, de drukkende beklemmende warmte van haar borst verzoende en haar verlangen stilde.

Maar de stilte stilde alle wilskracht. Krachteloos en traag gleed de namiddag voorbij. Jana wist en wou niets meer weten. Ze klemde het laken tot een klamme, verdrietige prop en bleef rusteloos wachten tot zijn terugkomst op magische wijze het onomkeerbare ongedaan zou maken.

Intussen verzoenden dag en nacht zich met elkaar en gleden licht en donker onmerkbaar in elkaar over. Jana sliep, werd opnieuw wakker, vergat de tijd.

Na wat oneindig leek vond ze een halte.

Een rustpunt.

Ze stond op, opende de luiken, snoof de geur van regen na een onweersbui en liet haar verlangen betijen, liet het van zich afglijden als een vormeloos laken, als een bedekt onvermogen te houden van wat dicht bij was. Van wat zij was.

En meteen toen ze opstond stond haar besluit vast.

zaterdag 31 mei 2008

Cold hard

Hij zocht het. In de hoogte van een andere lach. In de laagte van een hoer. Maar bleef het spoor bijster.

Hoe laag kon hij vallen? Hoe hard kon hij zich bezeren aan de scherven van het raam? Ze zagen er prachtig uit. Onbereikbaar. Afwerend en uitnodigend tegelijk. Vijftig euro zou hij neertellen. En lager, dieper, harder, voller stoten. Tot diep in zijn borstkas zou hij het hijgen laten nadeinen. Vergeten wie hij was. Wie hij behoorde te zijn. Hij zou bezitten, begeren, hongeren. Gulzig bijten, likken, stoten, scheuren. Niet na-denken, niet na-praten, niet, niets hoeven. En vergeten waarnaar hij op zoek was.

Niet veel later zou de hardheid opnieuw bezit van hem nemen. Hem overmeesteren, omspannen. Hij zou in de spiegel kijken. Vermoeid en rusteloos zuchten. Weten dat hij het niet had. Nooit zou hebben. Vervolgens zou hij alle hoogte van zichzelf verliezen. Niet de moed hebben om zijn stoppelbaard af te scheren. En diep onder de lakens kruipen. Op zoek naar de zachtheid van een onbereikbare diepte. Om de volgende dag opnieuw onherroepelijk te vluchten in de onvermijdelijke hardheid van zijn bestaan.

Piccolo David

Laat rijd ik op de lange autosnelweg. Laat de drukte en het jolijt van een uitbundig vrolijk concert achter me. De radio trilt zacht op rust: Jazz. Er zit zachtheid in de dubbele eindmedeklinker van dit genre.

Vrolijk, rustig ingetogen en sterk brengt Piccolo David me in vervoering. Onmetelijk klein rijden we elke dag de onzichtbare einder van de snelweg van het leven tegemoet. Gaan we groots de uitdaging aan met een denkbeeldige Goliath. Beloftevol, hoopvol. Rustig, ingetogen en sterk.

Piccolo David is een compositie van de Tilburgse pianist Jeroen van Vliet. Het stuk verscheen op de CD The Poet & Other Tales (Challenge). Volgens een recensie innemend, romantisch en ontroerend. En ook: muzikale literatuur.

Must go find this.

Herbeluister Jazz. Uitzending op Radio Klara van 26 mei 2008.

Hoogten en laagten

Er zijn weinig mensen, denk ik, die zijn opgevoed zoals het hoort, met een juiste mix tussen begrenzing en vrijheid. De enkelingen die zo'n jeugd hebben genoten, die hoeven later geen hoogten en laagten op te zoeken. Maar de overige 85 procent zoekt naar nieuwe beschadigingen, om te voelen dat ze leven. Die kennen dat mooie, rustige gebied tussen pijn en geluk niet.

Steven Van Watermeulen in een dubbelinterview met Oscar van den Boogaard in De Morgen van 28 mei 2008. Door Jeroen Versteele.

dinsdag 27 mei 2008

Back to that fonzy feeling of afore

Nostalgie naar de jaren 80. Dat was de boodschap van Wim Opbrouck & Maandacht met hun TV-tunes KN2. In een uitverkochte, zwoele NTG schouwburg gaven ze een muzikale oplawaai van jewelste. Passeerden de revue: The A-team, Dallas, The Flintstones, The Dukes of Hazard, Buck Rogers, Cheers… en vele anderen.

Dubbel gevoel. Genoten, gelachen. En ook. Bevreemdende, onheilspellende flitsen, visioenen van mezelf in een bejaardentehuis. Met het animatie-team in de refter. Krom in een rolstoel dubbel liggen om het verleden.

Maar zover is het nog niet. I'm only midlife.

Favoriete hoogtepunten van de show:

1. een moment van bezinning rond de tv-tune van het journaal als zou het de hippe voorbode zijn geweest van hedendaagse electro-beat en house.
2. de Dallasdialogen tussen seute Ellen en JR alias Wim-met-warme-broek-op-de-naaf Ewing.

Sublieme oooooh-momenten:

1. de Happy Days-tune. Frivool. En happy dus. Meteen zin in Fonzie.
2. the romance, candy & sugar van Love Boat. Love won't hurt anymore. It's an open smile on a friendly shore.

Ah. How I wish it could be.

Niettemin.

Grenzeloos, grandioos veel gelachen tijdens deze voorstelling.

Nog tot het eind van de maand in de vlaamse culturele centra.

Enjoy.

dinsdag 20 mei 2008

The lake

Vandaag mocht ik werken met zicht op meer. So lovely is the loneliness of the lake. Geven om, omgeven door. Rust. Water. Het lichtspel van de zon. Eindeloze bomenrijen. Nu eens helderlentegroen. Dan weer onheilspellend grijs. There's an Eden in its stilly melody.

These words were inspired by a shivering new beauty by Antony & The Johnsons. Enjoy listening to The Lake on myspace.

maandag 19 mei 2008

Sehnsucht

Zilt, zoet, wou ik je zoeken.

Met zachte

drijfkracht

bij je stranden.


Geen crash. Geen schipbreuk.


Warm, nat

bij je aanspoelen

en weinig meer bedoelen

dan ongemeen veel voor elkaar voelen.


Maar liet de vloed van eb

betijen

in een zee

van alle tijd

en

kwam

niet

bij je aan.

zaterdag 17 mei 2008

1001 Liefdes

Uw woordenschatbewaarster schreef op de site http://www.1001liefdes.be/ een liefdesbrief. Op 12 februari en 12 april kwamen een eerste en tweede boek uit waarin telkens 91 liefdesbrieven werden gepubliceerd. Half juni komt het derde boek uit. Stil zal hierin worden opgenomen. Het boek is verkrijgbaar vanaf 21 juni via http://www.wwaow.be/.

Big, warm thank you aan de 452 lezers die op Stil hebben gestemd en het in de top 5 van de website hebben gekatapulteerd...

vrijdag 16 mei 2008

Soap

Soms wil je zeep. Want het voelt om zeep.

Wil je lekker languit glijden. Grote emoties blazen. Lucht. Bellen. Vol aardbeizoete rode bubble-gum. Ze lekker niet laten ontploffen, maar aan je lippen laten kleven. Zweven.

En bij zeep horen ook een dweil, en een teil. Om in te soppen. Zonder stoppen. Je voeten in te laten hangen. En ook je handen. Die had je in het haar. Maar kunnen net zo goed mee in het grote nat. Alles lekker plat. Dan gooi je jezelf glibberig languit op de tegels. Rond op de grond. Lekker verdweilen op de vloer. Gewoon jezelf kwijt. Een natte vod. Een zwabber.

En het mag.

Alles mag.

Je neemt

een zeep

sop

tussen

stop.

woensdag 14 mei 2008

Tweespoor

Een reëel denkbeeldig scenario. Hij hield van haar vrij. Elise zou gaan. Terugkomen. Hem vinden waar ze hem nooit was verloren.

Met geen vinger had ze hem aangeraakt die avond. De blik stuurs op oneindig. Geen woord had ze gezegd. Zo meteen zou ze opstaan, haar mobiel openklappen en met gehaaste hakken de zware deur van de hotelkamer dicht laten vallen. Zonder omkijken. Dan was het afgelopen.

Hij moest haar voor zijn. Snel zijn. Niet meer nadenken.

En zo gebeurde het. In een lome staat van ontbinding drapeerde ze zich om hem heen.

Nu mocht hij niet treuzelen. Niet twijfelen. Doorgaan.

Hij duwde zijn doorweekte overhemd wat dieper in zijn broek, beende de kamer uit en keek recht in de vragende ogen van de blonde, hoogblauw opgemaakte receptioniste. Haar doordringende blik vertrok aan zijn schoenen en hield halt bij zijn oksels. Beeldde hij het zich in? Het leek alsof ze haar neus ophaalde. Het liet hem koud. Hij was vastberaden. Gooide de sleutel op de mahoniehouten balie. De glazen draaideur van het hotel zong een contrapunt.

Een steek in zijn borst deed hem naar adem happen, en midden in de winkelstraat stond hij even stil. Hij zweette als een os. Hij was kapot. Loodzwaar viel de stad op zijn schouders.

Toen viel zijn blik op de vlek. Rood. Grillig. Onuitwisbaar. Rondom rond de manchetknoop.

Hij trilde. Veegde met zijn mouw over zijn voorhoofd en stapte een winkel binnen. Zonder een woord te zeggen wees hij naar het etalageraam en mompelde snel het volste, meest voluptueuze wat hij op dat moment kon bedenken: “Maat veertig graag”. Met een volle v en een lang, lui, volgzaam vervolg. Het zou haar zitten als gegoten.

Zijn Anna. Met hoofdletter A. Voor haar kenden zijn letters geen geheimen. Kruiselings keek ze door hem heen. De allerliefste twee mooie benen met een sterke dwarse streep erin.

“Wilt u dat ik het inpak?”vroeg de winkeljuffrouw. “Nee, hoeft niet. Is voor mezelf” hoorde hij zichzelf haastig zeggen. Hij wou zo snel mogelijk de winkel uit, een douche nemen, naar Anna toe.

Op de trein was het bloedheet. Met de mouw van zijn overhemd veegde hij het zweet van zijn voorhoofd. Zijn mond was kurkdroog. Hij dacht aan Anna’s lippen. Nat, honingzoet en met een vleugje framboos. Hij drukte het kleine plastic tasje stevig tegen zich aan.

Hoe veel en hoe lang had hij het met Elise gedaan? Het deed hem balen. Kotsen wou hij ervan. Hij slikte droog zijn walging weg. Voortaan zou Anna veilig zijn. Ze zou van hem op aan kunnen. Bij hem mocht ze, kon ze kwetsbaar echt.

De stem van de conducteur deed hem opschrikken. Nog even voor de treindeuren zich achter hem zouden sluiten, hij het perron kon oplopen en Elise spoorloos zou zijn. Verdwenen uit zijn bestaan.

In het raam van de benauwde coupé weerspiegelden de woorden die hij haar had nagelaten. In gedachten gleed hij nog één keer met zijn wijsvinger in de diepe groef van het mes. “Michel”, stond er. Bloed op wit. En, “voor altijd de jouwe”.

Hij was vrij.

Hij kon gaan.

Grillig

Een gril is niets anders dan een vonkje van een slecht humeur.

Uit: Het grote boek van vergeten prinsessen. Philippe Lechermeier & Rébecca Dautremer. Davidsfonds/Infodok. 2006, p. 22.

maandag 12 mei 2008

Mom's a cool chick

Twee warmwakkere kinderlijfjes tegen me aan. Graaiende handen door m’n haar. “Mama, blijf je nog even liggen? Nog niet opstaan, onder de deken blijven, oké?” Ik grom. Doe alsof ik te slaperig ben om gewag te maken van het verrassingsoffensief. Lever me gewillig over. Draai me om. Wentel me in de lome zondagochtend.

Intussen trappelen vier voeten in opgewonden haast op naar tien pistolets en tien sandwiches. Precies dertig minuten later krijg ik ontbijt op het terras geserveerd. Welgeteld één pistolet, belegd met vijgenconfituur en een brandende kaars er midden in geprikt. Rondom een cirkel van roderoze harten. “Het ging even fout, mama. Ik heb kaarsvet op je pistolet gemorst en er bovendien per ongeluk op geniesd.” Ik proest het stil uit. “Maakt niks uit. Dat kaarsvet. Dat krabben we er zo meteen weer af. Wat ziet dat er overheerlijk uit…” Er komt nog vers geperst sinaasappelsap en een kopje thee bovenop. Er wordt nog flink en stevig gemorst.

Ik geniet. Morserig. Moederig. Volop. Vol.

En dan. Uiteraard. De versjes. De zelfgeknutselde cadeautjes. Juf Nynke liet voorgekauwd rijm voor wat het was. Zoonlief kon vrij expressief zijn kleine gang gaan. Mocht morsen met letters. “Mijn mama is cool en lief”, lees ik . Gevolgd door zeven kussende lippen met als onderschrift “Ik kan niet stopen.” En even verder: “Mama, als je iets was om op te eten, dan was je een kip omdat kippen leker zijn en jij bent bijna het zelde.”

Een lekkere kip. En cool bovendien.

Moederdag kan niet meer stuk.

Ik kus mijn kuikens.

dinsdag 6 mei 2008

De verbeelding aan de macht

Voor mij is de verbeelding alleen vruchtbaar als ze volkomen nutteloos is. Alleen als je in een leegte werkt, kan je tot absolute vrijheid komen: geen verbanden, geen situaties, alleen maar de stuurloze opeenvolging van toevallige gebeurtenissen.

Thomas Claus in een interview met Martin Coenen & Jan Haerynck in Humo van 29 april 2008.

zondag 27 april 2008

Snauwen

Snauwen, happen, toebijten, afbekken, afblaffen, afsnauwen.

Af.

Blijf van me af. Raak me niet aan.

Of ook.

Je raakt me. Ik wil het niet.

En liever nog.

Toe…Bijt me.

Of mooier.

Snauw, ik hou van jouw. Streel me tot ik fluister. En de harde toonhoogte stilvalt in je schoot.

IJzingwekkend sterk kan je iemand liefhebben. Tot snauwens, vernauwens toe. Neem je de beten en de happen erbij. Zoent de wonden nadien stil dicht.

Maar ook. Soms. Zit in één korte snauw een slotakkoord vervat. Het einde van een uitgelezen liefdesverhaal. Of het onbegonnen begin van wat mooi kon zijn. Dan neem je de stilte voor lief. Gapend diep. Triest. Eenzaam.

Je zou haast willen dat er iemand tegen je snauwde.

zaterdag 19 april 2008

Speelzucht

Je verbergt
de dolle gekte
van een jongen.

In de vaart van de trappers van je fiets.
In de zwaai van de tas over je schouder.

De straten van de stad je monopolie.
Je hand een dobbelsteen rijk.
En elke dag een kanskaart.

Zonder blozen steel je een blik.
Proef je volle lippen, warme rondingen,
en schalks een zoen in de nek.

Je neemt een omweg naar later.
Knikkert, stuitert, stoeit

een spel

zonder strafpunten.

En het voelt

speel-goed.

woensdag 16 april 2008

Slagroom

Slagroom. Het spreekt tot de verbeelding. Brengt van slag. Verroomt je blik.

Getuige Los Debutantes.

Op de cover van de DVD-doos prijkt een prachtige Antonella Rios met weinig meer dan fraai gespoten slagroom om het mooiste te verhullen. De achterflap licht toe: de film speelt zich af in Santiago de Chili. Slagroom met Latino-vuur. Kan niet meer stuk. En heeft cult-ambities. Hoogst verantwoord om te huren dus.

En ja, vaagweg is er een parallel te bespeuren met Tarantino's Pulp Fiction. Eénzelfde verhaallijn wordt vanuit wisselende perspectieven verteld en het complot, de gruwel, de misdaad worden steeds verder, dieper doorgevoerd. Maar verder is de cult-status luchtig opgeklopt.

Je doet het voor de slagroom. Want naar deze film blijf je kijken. En dat is helemaal de verdienste van Antonella Rios, in de rol van Gracia. Haar paaldans-act en verleidelijke, soms wrede poses zijn adembenemend. En je blijft niet op je hongerr zitten: de camouflage van de cover verdwijnt als slagroom voor de zon.

Een DVD die aanspoort tot DIY.

zaterdag 12 april 2008

De wederopstanding van Anny Ritzen

Spoorloos verdwijnen is niet strafbaar.

Straf nieuws is dat voor bakker en echtgenoot Marc Baillius. Intussen beter bekend als vermoedelijk beenhouwer en slachter van Anny Ritzen.

Terwijl 's mans frigo door gerecht en zedenpolitie werd doorzocht bouwde Anny koudweg een nieuw leven op in Nederland.

Verantwoordelijkheid is geen rechtsgeldig concept. Op de pechstrook van het leven geldt geen snelheidsbeperking. Zijn er geen verborgen camera's of flitspalen. Gebukt onder schuldenlast en huwelijksperikelen mag men zonder meer het hazenpad kiezen. Ook een door het verdrag van Schengen bewaakt Hollands hazenpad.

Vrij buiten.

Vrijbuiten.

Met dank aan Tom Naegels voor een inspirerende workshop columns schrijven op de Schrijfdag 2008, een organisatie van Creatief Schrijven vzw.

donderdag 10 april 2008

Roeiregatta

De luide knal van een startschot. Acht lenige lijven op een rij. Op sneltempo, eensgezind en in een vloeiend rechte lijn duwen ze het water voor zich uit. Aan het roer een lichtgewicht. Een stuurknaap. Een stuurmeisje.

Luidsprekers stuwen echo over Portus Ganda. En aangevuurd door studentikoos applaus haalt het ijzersterke, gespannen, gespierde Gentse team het met een halve bootlengte van Cambridge.

Maar voor mij zijn het allemaal winnaars.

Machtig mooi als je het water zo gezwind kan wenden. Roeien en met het water vergroeien.

Zo wil je kunnen roeien, groeien door het leven. Gebalanceerd, ritmisch, eensgezind geflankeerd door zeven roeimaten. Up-tempo, gestroomlijnd, snel, krachtig. Met aan het stuur een vederlicht. Zo maar lenig zwenken. Onder een lauwe lentezon met speelse knipoog naar het water wenken.

vrijdag 4 april 2008

Love and let go

Ik hou van je vrij.

Ga.

Kom terug.

Vind me

waar je me nooit was verloren.

First kiss

Maar wie rekt niet graag dat verrukkelijke moment dat voorafgaat aan de eerste kus, wanneer twee mensen die iets als verliefdheid voor elkaar voelen al stilzwijgend hebben besloten elkaar te kussen, wanneer hun ogen dat weten, hun glimlach het vermoedt, hun lippen en handen het voorvoelen, maar wanneer ze het ogenblik waarop hun monden elkaar voor de eerste maal teder zullen aanraken nog even uitstellen?

Uit Liefde Bedrijven van Jean-Philippe Toussaint. Uitgeverij Bert Bakker, 2004, p. 12

donderdag 3 april 2008

Vacuum clean your life

Als je niets meer over een vrouw te vertellen hebt, leef je in een sleur. Ze is een stofzuiger of een roos.

Uit Zomerhitte van Jan Wolkers. De Bezige Bij, 2008, p. 113.

Een stuk van de wereld

Alsof je net een ontbrekend puzzelstuk van de wereld hebt ontdekt. Dat ene verdoken weerbarstig kleurig kleinood dat de rand van het midden aanvult. En dan terugkeert naar een wazige veelheid van grijstinten waar je verwoed in blijft puzzelen. Eindeloos. Dagelijks. Een slordig passende puzzel, waar ogenschijnlijk geen eind aan komt. Tot je een vriend terughoort. Of op straat vrolijk aan de praat raakt met collega's. Dan neem je de draad gezwind weer op. Puzzel je jezelf opnieuw lustig verder tot aan de rand. Tot aan het volgende stuk van de wereld.

vrijdag 21 maart 2008

Midden in de wereld

Kan Lanzarote al met moeite wedijveren met Corfu en Ibiza in de categorie techno crazy afternoon- vakanties, het eiland leent zich om redenen die voor zich spreken nog minder voor ecotoerisme. Dan had het eiland nog een laatste troef kunnen hebben, die van cultuurtoerisme - waar talloze gepensioneerde leraren en andere kleurloze senioren zo verzot op zijn. Op een Spaans eiland zou je bij gebrek aan discotheken verwachten hier en daar overblijfselen van het een of ander aan te treffen (barokke kloosters, middeleeuwse vestigingen enzovoort). Helaas zijn al deze mooie bouwsels tussen 1730 en 1732 vernietigd door een opeenvolging van ongekend heftige aardbevingen en vulkaanuitbarstingen. Dus: weg cultuurtoerisme.

De zwakheid van de troeven van het eiland in aanmerking genomen, wekt het nauwelijks verbazing dat Lanzarote druk bezocht wordt door de louche groep van Angelsaksische gepensioneerden, geflankeerd door spookachtige Noorse toeristen (van wie het bestaan op zich al een bewijs leek te zijn van de legende dat men er in januari mensen zou hebben zien zwemmen).

[...]

Welnu, toeristische attracties zijn op Lanzarote niet talrijk: het zijn er om precies te zijn twee. De eerste, iets ten noorden van Guatiza, betstaat uit de 'Cactustuin'. Verschillende staaltjes, uitgezocht op hun weerzinwekkende bouw, zijn geplant langs paden van vulkanisch gesteente. Door hun plompe vorm en stekels zijn cactussen het perfecte symbool voor de afstotelijkheid van het plantenleven - op z'n zachtst gezegd.

[...]

De tweede toeristische attractie op Lanzarote is groter in omvang; ze vormt het hoogtepunt van de reis. Het betreft het Parque National de Timanfaya, gelegen in het epicentrum van de vulkaanuitbarstigen. De term 'nationaal park' moet vooral geen valse verwachtingen wekken: op de twaalf vierkante kilometer van het reservaat kun je er zo goed als zeker van zijn niet één levend dier aan te treffen, op een paar kamelen na die er rondlopen ten behoeven van toeristische exploitatie.

Uit Midden in de wereld. Lanzarote van Michel Houellebecq. Uitgeverij De Arbeiderspers, Amsterdam. p. 17-21. Met foto's van de auteur.

Uw woordenschatbewaarster gaat op zoek naar warmere inspirerende (w)oorden. Will be back soon.

dinsdag 18 maart 2008

Hybride

“Ik hou wel van het hybride”, vertrouwde iemand me vandaag toe.

Etymologisch stamt hybride af van het Latijnse hybrida, ofte de verzadigde productie van een tamme zeug en een wild zwijn. Met een verre echo van het Griekse hubris.

Alsof het overmoed betreft de grenzen van de natuur te tarten. Alsof trots en eigenwaan aan de basis liggen van de vermenging met het anderssoortige. Het verguizen van de door de goden geordende categorieën. Eens een zwijn altijd een zwijn.

Do we contradict ourselves if we contain multitudes? Waarom consequent, voorspelbaar en eenduidig zijn als je een bevreemdende veelheid kan dragen? In een onduidbare mengvorm vindt ontmoeting plaats. Kruisbestuiving. Een ontembare drang naar het andere. En ook ont-moeting. Een krachtig pleidooi tegen de gangbare norm.

Heerlijk godslasterlijk. Met een tomeloze nieuwsgierigheid, energie en liefde voor het leven in al zijn diverse vormen. Nooit voor de vorm. Wars van plichtpleging. Buitengewoon. Vrijbuiten. Gewoon vrij.

maandag 17 maart 2008

Neighbours

“Meisje, doe jij de garagepoort even vlug dicht?”

“Ja, papa.”

Trappelende kindervoeten.

Een deur die dichtslaat.

En dan meteen er achter aan.

Piepende remmen.

Een doffe dreun.

Je veert recht. Stormt de trap af. Op blote voeten. Staat oog in oog met vijf Johny’s. Opeengepakt in een grijze Seat. Midden in het pas aangeplante buxusperk in je voortuin.

Je meisje komt ontredderd aangelopen. Ongedeerd.

De Johnny’s wonen enkele huizen verder. Ze teisteren de buurt. Met lawaaioverlast, te snel rijdende aftandse getunede auto’s. Jennen buur Paul. Roepen hem na dat hij een homo is. Jutten zijn koeien op. Hangen rond op straat.

En hangen nu in je buxusperk.

Je hoort jezelf buiten jezelf de gespierde slungelige lijven toespreken. “Da’s vast niet gebeurd omdat jullie zo traag reden? Wat als mijn meisje vijf seconden eerder de straat was overgestoken?!”

Bedremmelde sorry’s. “We zullen de kosten vergoeden, mevrouw.” Met dronken glazige ogen.

De onkosten kunnen je gestolen worden.

Ze moeten snelheid minderen. Niet dronken achter het stuur kruipen.

Dat zeg je hen. Vastberaden. Rustig. Zonder woede. Zonder angst voor weerwraak, verbolgen testosteron en agressie.

De buren drommen samen. Er onstaat gevecht. Een ontlading van frustratie, irritatie en angst. De kinderen verschansen zich bang in de kelder.

Vorige week reden twee Roemenen onder invloed van xtc een moeder en drie kinderen de dood in. Onopzettelijke doodslag. Zo luidde het vonnis.

Sorry is niet genoeg.

Je belt de politie.

De chauffeur wordt opgepakt en in het politiekantoor ondervraagd. Zijn rijbewijs ingetrokken. Voor drie uur.

Drie uur later kan hij weer ondoordacht de weg op.

Een onopgelost verhaal van marginale frustratie, gebrek aan aandacht en warmte.

Wat als je de hele bende in je woonkamer zou uitnodigen? En met hen zou praten? Volzinnen maken over zinloos vandalisme en geweld? Heeft dat zin?

Wat als je hen een kind in de armen duwt?

Zouden ze voelen dat je dat nooit wil verliezen onder losgeslagen banden?

woensdag 12 maart 2008

Verspreekwoord

Er is de ezel.

De steen.

En de stoot.

Stel: de steen is een stoot.

Voor je het weet is er die tweede keer.

Bots je

op het drukke verkeer

van prinsessen rond het paard.

Ja, het loopt zo lekker in galop, je wil dolgraag achterop.

Maar je slaat jezelf voor de kop,

trekt aan je ezelsoor, blaast voor jezelf de wind van voor.

En holt er als de slimme bliksem vandoor.

dinsdag 11 maart 2008

Wash and go2

Een reëel denkbeeldig scenario. Droge droom van de twintiger. Waanzin van de dertiger. Geslacht: vrouwelijk. Leeftijd: 34. Burgerlijke staat: gehuwd. Kinderen ten laste: 2.

Het huis ligt er ontheemd bij. Uitgehold door zwaar geschut. Kranen. Kruiwagens.

Renovatie. Alles in het teken van kindercreatie.

Donker vroeg wakker. Gehuil. Alweer een bluts en een buil.

Je zoekt relativerend, zelfcorrigerend heil in positieve gedachten. Het drama van Darfur. Mensen die elkaar afslachten.

Je schatten trekken naar circuskamp. Diabolo draaien. Op tonnen lopen.

Jij draait

vierkant.

Niet vol-wassen, maar

af-gewassen.

Thuis wacht de was.

Onweerlegbaar.

Telkens weer opvouwen en nooit klaar.

Je leegt manden, vult kasten, vult opnieuw manden.

Hoe vaak krijg je zin

om

jezelf

om te gooien?

Een verrassend snapshot van een ander leven? Sprankelend opnieuw voor het eerst bemind worden? Geen aanwas. Geen afwas. WEG van wat was.

Wat verlies je?

De ultieme geborgenheid en veiligheid van een stabiele relatie.

Steady teddy go.

Hoog oxytocine knuffelgehalte. Kleine mini-knuffels die zich in het warme nest scharen. Intimiteit van het genre “Schat, ga jij vanavond even langs de Colruyt of doe ik het?” Doorgaans niet om een colli condooms te halen.

Een monotoon deuntje van DJ Daily Do’s.

Zal je? Durf je? De wasmand in? De heuvel af? Onvolwassen. Zonder oppassen?

Goed.

Je gooit het op een akkoord.

Je wil leven, beleven, niets missen.

Je gaat WEG.

GO.

Maar een Diddl truitje glijdt uit je hand. Het mist net de mand. Het raakt de grond. Het raakt je.

Halt.

Jij bent geen zorgeloos verkennende, wilde, onbesuisde levensreiziger. Geen Procter and Lifegambler.

Jij draait.

Aan de knop van de wasmachine.

Je slaakt een zucht.

De luchtstroom trekt in één haal naar je hart. Maakt een zijsprong naar je schouders. Glijdt met een sterke stoot via je strottenhoofd naar je voorhoofd. Houdt halt. Net voor je gesloten oogleden.

Verlangen.

Vast vooruit.

Wil eruit.

Je zet de muziek aan.

Je draait.

Op het ritme

van de droogzwierder.

De wasdraad sleurt je

de hoogte in.

Je ziet

meer.

Verder.

Spannender.

Anders.

Langer.

Dikker.

Groter.

Je wordt

Assepoester

in een schuimbad.

Een Gelaarsde Kat met Heeley’s.

Zegt dat je wat?


Maar de wasmachine zeurt

het einde van je beurt.

Een droom.

Aan flarden.

Je draait

weg.

In de wasmand

zit

een kikker.

(Je wou toch meer en dikker?)

Hij fluistert aller-zoetst:

“Neem een hoge vlucht.
Niet later. Niet als gelaarsde kater.

Geniet.
Nu.
Vandaag.

Zaai geen hoop op droog zand,
de was is altijd groener aan de overkant.

Onweerlegbaar.

En is die kus haast daar?”

WAT?!!!

Je draait.

Tolt.

Tuimelt.

Struikelt.

Aarzelt.

Grijpt

de kikker beet.

Draait ‘m in de blender.

Gooit ‘m in de soep.

Goed heet.

Niets dat je nog stoppen kan.

Jij VLUCHT.

Met Neckermann.

Naar Trinidad.

Mislukte Brad Patt, ZEGT DAT JE WAT??!

donderdag 6 maart 2008

Streetwise

Mag de Abdijstraat in Antwerpen Abdelstraat worden? Twee Marrokkaanse jongeren trekken de straat op met deze vraag én een camera. Resultaat: een filmpje met hoog Man Bijt Hond gehalte.

Met dank aan de column van Bernard Dewulf in De Morgen van 5 maart 2008.

maandag 3 maart 2008

Verdwaald

Verdwaald in een vermoeden van onvermogen
om lief te hebben

reik ik
naar het onbekende, onvermoede.

Blijf ik
twijfelen
vragen
zoeken

naar

vol vermogen

overmoedig

vast
houden
van.

Onwrikbaar

horen
bij.

vrijdag 29 februari 2008

Toy love

Dan draait iemand je hoofd op tol
en loopt plots
heel hard
weg
met het touw.

Dan ben je de draad
kwijt.

dinsdag 26 februari 2008

Moved

Toen ze de woorden zocht, vloeide er geen inkt uit haar pen. “Dit wil, mag, hoort niet geschreven te worden”, dacht ze. Dus nam ze een potlood. Om het veilige idee dat het onzegbare kon uitgegumd worden.

Ze verscheurde het papier. Voor zo’n onzin was geen gom genoeg. Dit mocht geen plaats krijgen. Dit moest in de papiermand. Om versnipperd te worden tot wat het diende: tot niets.

Ze speelde met de gom. Liet hem zacht tussen haar vingers glijden. Leunde achterover. Met uitkijk op ver.

Ze liet zichzelf in de waan. Liet zich gaan. Stapte in de wereld die zijn hoofd was. Was van de wereld. Keek vastberaden recht in zijn vragende ogen. Klaar voor zijn blik. Zijn handen, vingers, mond, lippen, schouders, dijen, rug.

Toen ze zijn beeld tekende, vormde het potlood niet langer woorden.

Ze was sprakeloos. Bewogen. Van hem bevlogen.

zondag 24 februari 2008

Blind

Op een kwetsbare ochtend klinkt op de lange, troosteloze autostrade het unieke stemgeluid van Antony (van Antony & The Johnsons). Antony is een uitzonderlijke troostbrenger. Een strelende, meeslepende, warme, exalterende uitweg voor een weemoedig, moeilijk moment. Maar dit lied dat de onontkoombare snelheid van de drievaksweg doorbreekt met een bizar ritme klinkt niet als de vertrouwde stem van Antony?

Diezelfde nacht stap ik slapeloos het bed uit. Op zoek naar verstrooiing en met de afstandsbediening stuurloos in de hand, beland ik zonder omweg in een excentrieke videoclip. Opnieuw dat bizarre ritme: Blind. Hercules and Love affair.

Zondagochtend. Ik had nog veel later willen wakker worden en staar verloren in de leegte van de dag. Er is weinig meer om vast te grijpen dan de idee dat niets hoeft. Ik luister naar de stem van Studio Brussel. Het antwoord is er zonder verwijl. Hercules and Love affair.

Drie maal is scheepsrecht. Ik verlies er even de grond bij. Duidelijk een hype. Maar waarom wordt die zonder franje, op een verloren moment telkens weer in mijn richting gezongen?

Because I feel blind?



Downloadable free mp3 file on zShare


PS. Voor sommigen is het "spacefunk disco" voor andere "the hottest electro disco tune of the year", feit is dat Andy Butler, de man die schuilgaat achter het Newyorkse Hercules and Love Affair, meteen een dikke hit te pakken heeft. Op 30 april komt de groep het zesjarig bestaan van Culture Club in Gent opluisteren. Album release: 10 maart.

donderdag 21 februari 2008

Spinning

Ik sta voor een beklimming van de Mont Ventoux. Op het opzwepende ritme van luide beats en met de opgewekte stem van Heidi die me aanspoort om hoger, verder aan de weerstand te draaien. Ik spin. Draai, trap, neem een sprint. Haal in, buig over het stuur, kijk niet om. Vecht. Vooruit. Hoger die weerstand.

Flarden van het ontroerende Windmills of your mind dringen zich op,

Like a circle in a spiral
Like a wheel within a wheel
Never ending or beginning
On an ever-spinning reel
As the images unwind
Like the circles that you find
In the windmills of your mind

Ik wil stoppen, me door mijn haar laten strelen. Ont-spinnen. Ontspannen. Maar harde beats nemen de overhand. Sneller dat ritme. Harder die trap. Nog hoger die weerstand.

Ik waan me in De Muppet Show, in een parodie van het prachtige Academy Award winnende lied. Een potsierlijke pop die volledig uitgeput en freaked out van het podium loopt en zich bezeert.

Ik haal de top. Neem een douche. Laat me omhelzen door de warmte van de sauna.

Goed gek. A complete muppet. Bezeerd. Maar een trap sterker.

vrijdag 15 februari 2008

Vrijdagmiddag

Op de uitkijk
naar
languit
uitgestrekt
en een zee
van tijd.

Drijven
kabbelen
keuvelen
strelen
vrijen
rustig
gedijen


als duurde het een eeuwigheid
en meer
dan weg van
tijd.

donderdag 14 februari 2008

Val

Val en train. Loop hard. Van stapel. Val opnieuw. Verlang. Meer. Verlies. Jezelf. Kruis. Op snelheid. Volg. Je hartslag. Val verraderlijk. Ga verder. Stop nooit. Bemin niet voor minder dan. Word groter. Word vol van.

woensdag 13 februari 2008

Laat de violen zingen

Niets zaliger, spannender, erotischer dan grenzen bespelen. Ook met woorden. Het is de gelaagdheid die het doet. Beeldspraak laat toe om tweelagig, onschuldig of erotisch getint, te interpreteren. Schijnbaar braaf maar met een combinatie van woorden en symboliek die niet toevallig is. Tot deze ontdekking kwam ook Marita De Sterck. Op 22 januari verscheen van haar hand "En rijen is plezant". Met illustraties van kinderboekenauteur en creatieve duizendpoot, Gerda Dendooven. Als ze geen kinderboek schrijft of jongeren creatief leert schrijven, reist Marita de Sterck de wereld rond als antropologe. Vanuit die interesse om cultuurgebonden waarden en verborgen symboliek te decoderen verzamelde ze 69 pikante Vlaamse volksliedjes. Morgen, op Valentijn, weet je wat gezongen:

Twee emmertjes water halen
Twee emmertjes pompen
De meisjes op de klompen
De jongens op hun houten been
Rij maar door mijn poortje heen

Van je ras ras ras
Rijdt de koning door de plas
Van je voort voort voort
Rijdt de koning door de poort
Van je erk erk erk
Rijdt de koning naar de kerk
Van je één....twee....drie

maandag 11 februari 2008

Tommy

Lingerie Natalie doet nakoopjes. Klinkt als naweeën. Niet meteen kooplustig word je ervan.

Maar Tommy wil het anders.

Zwart. Lekker spannend. Getailleerd.

Met veertig procent vermindering.

Yes.

Call in the Tiger. The Hilfiger.

“Zal ik het inpakken?”

“Graag, doet u maar.”

U is hélemaal klaar.

Maar neemt

een valse start.

Een droombeeld getart.

“Eh, op de pop stond hij vast beter?”

Grijns.

Even op de rand van pijns.

Proest. Lach. Grimas. Tommy gaat terug in de tas.

Lief en vol met een maatje ronder.

“Zal ik boven en jij onder?”

dinsdag 5 februari 2008

Diabolo

Donker vroeg wakker gedonderd door een container die een landingsplaats zocht in wat voormalig onze voortuin placht te zijn. Even relativerend, zelfcorrigerend heil gezocht in de gedachte aan aardbevingen in Rwanda en Congo. Alles kan slechter, toch? Maar toen verder nieuws over crosscontinentaal aardgeschuif me koppig werd ontzegd omdat de wind de brievenbus had opengewaaid en mijn blik op de wereld doorweekt en onleesbaar op het voetpad lag was het onontkoombaar: de dag was zeikerig begonnen.

Wanneer ik mijn jonge grut afzet aan het circuskamp waar ze enthousiast leren diabolo draaien en op grote tonnen lopen vraag ik me af waarom volwassen zijn soms zo vierkant draait? En helemaal niet vol-wassen, maar af-gewassen? Want ja, thuis wacht me de was. Opnieuw onontkoombaar. Ik leeg manden, vul kasten, vul opnieuw manden.

Zou ik? Durf ik? De wasmand in? Hup, de heuvel af? Right in the arms of a clown met Guccircuslooks? Totalemente onvolwassen, zonder oppassen? Tumble. Turn around. Twist. Shout. What's there to worry about?

Yep.

Ik doe het.

Ik draai.

Zo meteen.

Aan de knop van de wasmachine.

maandag 4 februari 2008

Aulikki

Het huis ligt er ontheemd bij. Uitgehold door zwaar geschut. Kranen. Kruiwagens. Motorzagen. Beton. Zwoegende mannen.

Waar begin vorige eeuw grote vlaswagens met gespannen paarden halt hielden met een lading zo hoog dat het vlas van zijn pluimen liet aan het bomenhaar langs de weg, rijdt nu een caterpillar combat gevaarte.

Ooit sliepen er op de zolder 8 boerenjongens en meisjes. Een dag nadat de laatst levende van hen stierf in een naamloos bejaardentehuis werd op de tot slaapkamer omgetoverde zolder onze jongen geboren. Moeiteloos, alsof hij daar altijd al wou zijn. En blijven. Met twee verschillende ogen. Een blauw. En een bruin. Een wolfskind.

In de hoek van de tuin staat een lindeboom geplant. Jong en ontluikend. Als het meisje dat er iedere dag voorbijhuppelt. De kranen draaien er behendig en omzichtig omheen.

Ik zocht een beeld dat raakt. Zoals dit huis me raakt. Me nu weer omhelst, dan weer afstoot. Maar nooit loslaat.

Zaterdag vond ik het. In een galerij in een drukke stad. Aulikki keek me niet meteen aan. Ze staarde met een ingetogen nederigheid naar haar schoenen. Teder, breekbaar en voorzichtig op zoek. Een ontluikende 1.20 m. van zuiver brons. In gedachten zag ik haar in de tuin. Waar ze warm, tijdloos en ongenaakbaar teder de voorbijganger zou begroeten. En even raken.

Stil starend naar het etalageraam werd ik gestoord door de nuchtere gedachte of ze wel betaalbaar zou zijn. Mooie meisjes achter glazen ramen zijn doorgaans niet goedkoop. Dus nam ik ingehouden afscheid en ruilde de drukte van de stad opnieuw voor de weidsheid van de velden.

Maar niet zonder de belofte om terug te keren.