zondag 14 november 2010

Kantelbaar



“We hoeven ons toch niet aan een bepaald script te houden?” klonk het.

Ze zat stilzwijgend naast hem, genoot van het zachte, warme timbre van zijn stem, voelde ingetogen, opgetogen de nabijheid van zijn harde, gespierde bovenbenen.

“Waarom inperken, begrenzen, analyseren, categoriseren, definiëren?” Hij streelde traag de rug van haar hand.

Ze dacht aan het vooruitzicht van vrijheid, vermengd met lichte angst voor verlies van controle.

“Het kan op de rand”, ging hij verder. “Lekker met kant.”

“Of je maakt me vrijblijvend, meedogenloos van kant.”

Ze hield van zijn zelfspot, het had iets speels, uitdagends, avontuurlijks.

“We nemen het zoals het komt”, ging hij door.

“Neem jij me zoals ik kom?” vroeg ze vertwijfeld, en keek schichtig, vragend langs hem heen.

“Jij komt als geen ander”, grinnikte hij speels, en kneep slinks in haar dij.

“Maar ik neem je zoals je komt, ook wanneer je gaat”, vervolgde hij met een vleug van weemoed.

Ze zoende hem zacht in de nek. Haar weerstand was zinloos.

“Sta je aan m’n kant?” fluisterde ze.

Hij gaf een zoen op haar mond.

Ze zweeg.

Voortaan leek niets meer kant en klaar. Of zonneklaar.

Enkel kwetsbaar, fragiel, kantelbaar.

Oneindig.

Dierbaar.

Geen opmerkingen: