zondag 18 november 2007

A heavenly smile

Stil drijft het me
naar waar ze was en
niet meer is.

Telkens weer.

Als om haar niet te kwetsen
blijf ik
droef.

Mag ik naar de oppervlakte?
Stoeien, spelen, duiken, de warme zeewind ruiken?
Luchtig drijven op een matras
één met het water
niet meer denken aan later
of aan hoe het ooit was?
Zomaar soezen in het nu
en lachen naar de hemel?

Lacht ze dan terug?
Ziet ze me?
Geniet ze met me?

Geen opmerkingen: