vrijdag 6 juni 2008

When the sheets have no name

Meteen toen ze wakker werd stond haar besluit vast. Ze wou hem. Ook al was hij onbereikbaar, onbetrouwbaar, bij momenten onhoudbaar onhandelbaar, meer nog, onuitstaanbaar.

Jana lag languit op bed. De plek naast haar was leeg. Een drukkende warmte maakte zich meester van de kamer. De luiken waren gesloten, ze was afgesloten.

De plotse wilskracht waarmee ze wakker was geworden voelde bars. Een onmiskenbaar, resoluut negeren van de leegte die hij had achtergelaten. Hard, verdroten, sterk, wou ze willen. Liever dan gelaten, achtergelaten de tranen laten opwellen. En sussen met wat enkel holle, lege woorden zouden zijn.

In de stilte van de verduisterde kamer was alles tegenstrijdig. De muur vocht met de weerschijn van de spiegel, de lakens lagen overhoop met de kussens, het zonlicht voerde een gespleten strijd met de rolluiken.

Toen ze zich opnieuw omdraaide en op de wekkerradio zag dat het een heel eind in de late, zwoele namiddag was, smolt haar wilskracht samen met de zin om op te staan.

Ze wou dat hij in de leegte van de lakens gleed, de drukkende beklemmende warmte van haar borst verzoende en haar verlangen stilde.

Maar de stilte stilde alle wilskracht. Krachteloos en traag gleed de namiddag voorbij. Jana wist en wou niets meer weten. Ze klemde het laken tot een klamme, verdrietige prop en bleef rusteloos wachten tot zijn terugkomst op magische wijze het onomkeerbare ongedaan zou maken.

Intussen verzoenden dag en nacht zich met elkaar en gleden licht en donker onmerkbaar in elkaar over. Jana sliep, werd opnieuw wakker, vergat de tijd.

Na wat oneindig leek vond ze een halte.

Een rustpunt.

Ze stond op, opende de luiken, snoof de geur van regen na een onweersbui en liet haar verlangen betijen, liet het van zich afglijden als een vormeloos laken, als een bedekt onvermogen te houden van wat dicht bij was. Van wat zij was.

En meteen toen ze opstond stond haar besluit vast.

Geen opmerkingen: