dinsdag 18 maart 2008

Hybride

“Ik hou wel van het hybride”, vertrouwde iemand me vandaag toe.

Etymologisch stamt hybride af van het Latijnse hybrida, ofte de verzadigde productie van een tamme zeug en een wild zwijn. Met een verre echo van het Griekse hubris.

Alsof het overmoed betreft de grenzen van de natuur te tarten. Alsof trots en eigenwaan aan de basis liggen van de vermenging met het anderssoortige. Het verguizen van de door de goden geordende categorieën. Eens een zwijn altijd een zwijn.

Do we contradict ourselves if we contain multitudes? Waarom consequent, voorspelbaar en eenduidig zijn als je een bevreemdende veelheid kan dragen? In een onduidbare mengvorm vindt ontmoeting plaats. Kruisbestuiving. Een ontembare drang naar het andere. En ook ont-moeting. Een krachtig pleidooi tegen de gangbare norm.

Heerlijk godslasterlijk. Met een tomeloze nieuwsgierigheid, energie en liefde voor het leven in al zijn diverse vormen. Nooit voor de vorm. Wars van plichtpleging. Buitengewoon. Vrijbuiten. Gewoon vrij.

1 opmerking:

Anoniem zei

kortom, het soort gezelschap waarbij je thuiskomt. Zo ken ik er slechts een paar. Als dat geen kapitaal is.