dinsdag 26 februari 2008

Moved

Toen ze de woorden zocht, vloeide er geen inkt uit haar pen. “Dit wil, mag, hoort niet geschreven te worden”, dacht ze. Dus nam ze een potlood. Om het veilige idee dat het onzegbare kon uitgegumd worden.

Ze verscheurde het papier. Voor zo’n onzin was geen gom genoeg. Dit mocht geen plaats krijgen. Dit moest in de papiermand. Om versnipperd te worden tot wat het diende: tot niets.

Ze speelde met de gom. Liet hem zacht tussen haar vingers glijden. Leunde achterover. Met uitkijk op ver.

Ze liet zichzelf in de waan. Liet zich gaan. Stapte in de wereld die zijn hoofd was. Was van de wereld. Keek vastberaden recht in zijn vragende ogen. Klaar voor zijn blik. Zijn handen, vingers, mond, lippen, schouders, dijen, rug.

Toen ze zijn beeld tekende, vormde het potlood niet langer woorden.

Ze was sprakeloos. Bewogen. Van hem bevlogen.

Geen opmerkingen: